Rječnik
Naučite glagole – nizozemski

toebehoren
Mijn vrouw behoort mij toe.
pripadati
Moja žena mi pripada.

duwen
De verpleegster duwt de patiënt in een rolstoel.
gurati
Medicinska sestra gura pacijenta u invalidskim kolicima.

verheugen
Het doelpunt verheugt de Duitse voetbalfans.
oduševiti
Gol oduševljava njemačke navijače.

hangen
IJsspegels hangen van het dak.
visiti
S leda visi s krova.

verwijderen
De graafmachine verwijdert de grond.
ukloniti
Bager uklanja zemlju.

klinken
Haar stem klinkt fantastisch.
zvučati
Njen glas zvuči fantastično.

toenemen
De bevolking is sterk toegenomen.
povećati
Populacija se znatno povećala.

veroorzaken
Te veel mensen veroorzaken snel chaos.
uzrokovati
Previše ljudi brzo uzrokuje haos.

inrichten
Mijn dochter wil haar appartement inrichten.
postaviti
Moja kćerka želi postaviti svoj stan.

sprakeloos maken
De verrassing maakt haar sprakeloos.
ostaviti bez riječi
Iznenadijenje je ostavilo bez riječi.

sorteren
Ik heb nog veel papieren te sorteren.
sortirati
Još uvijek imam mnogo papira za sortiranje.
