Woordenlijst
Leer werkwoorden – Roemeens

apărea
Un pește uriaș a apărut brusc în apă.
verschijnen
Er verscheen plotseling een grote vis in het water.

atârna
Soparlele atârnă de acoperiș.
hangen
IJsspegels hangen van het dak.

cunoaște
Câinii străini vor să se cunoască.
leren kennen
Vreemde honden willen elkaar leren kennen.

conecta
Acest pod conectează două cartiere.
verbinden
Deze brug verbindt twee wijken.

curăța
Muncitorul curăță fereastra.
schoonmaken
De werker maakt het raam schoon.

asculta
Copiilor le place să-i asculte poveștile.
luisteren naar
De kinderen luisteren graag naar haar verhalen.

conduce
Mașinile conduc în cerc.
rondrijden
De auto’s rijden in een cirkel rond.

recolta
Am recoltat mult vin.
oogsten
We hebben veel wijn geoogst.

smulge
Buruienile trebuie smulse.
verwijderen
Onkruid moet verwijderd worden.

alunga
Un lebădă alungă alta.
wegjagen
De ene zwaan jaagt de andere weg.

îmbăta
El se îmbată aproape în fiecare seară.
worden dronken
Hij wordt bijna elke avond dronken.
