Woordenlijst

Leer werkwoorden – Nynorsk

cms/verbs-webp/119613462.webp
vente
Søstera mi ventar eit barn.
verwachten
Mijn zus verwacht een kind.
cms/verbs-webp/87142242.webp
henge ned
Hengekøya henger ned frå taket.
hangen
De hangmat hangt aan het plafond.
cms/verbs-webp/114379513.webp
dekke
Vassliljene dekkjer vatnet.
bedekken
De waterlelies bedekken het water.
cms/verbs-webp/89869215.webp
sparke
Dei likar å sparke, men berre i bordfotball.
schoppen
Ze schoppen graag, maar alleen bij tafelvoetbal.
cms/verbs-webp/118485571.webp
gjere for
Dei vil gjere noko for helsa si.
doen voor
Ze willen iets voor hun gezondheid doen.
cms/verbs-webp/84314162.webp
spreie ut
Han spreier armene vidt ut.
uitspreiden
Hij spreidt zijn armen wijd uit.
cms/verbs-webp/88597759.webp
trykke
Han trykker knappen.
drukken
Hij drukt op de knop.
cms/verbs-webp/89636007.webp
signere
Han signerte kontrakten.
ondertekenen
Hij ondertekende het contract.
cms/verbs-webp/64053926.webp
overkomme
Idrettsutøvarane overkom fossen.
overwinnen
De atleten overwinnen de waterval.
cms/verbs-webp/65840237.webp
sende
Varene vil bli sendt til meg i ei pakke.
sturen
De goederen worden in een pakket naar mij gestuurd.
cms/verbs-webp/125116470.webp
stole på
Vi stolar alle på kvarandre.
vertrouwen
We vertrouwen elkaar allemaal.
cms/verbs-webp/21689310.webp
spørje
Læraren min spør ofte meg.
aanspreken
Mijn leraar spreekt me vaak aan.