Woordenlijst
Leer werkwoorden – Deens
afvise
Barnet afviser sin mad.
weigeren
Het kind weigert zijn eten.
arbejde på
Han skal arbejde på alle disse filer.
werken aan
Hij moet aan al deze bestanden werken.
flytte ud
Naboerne flytter ud.
verhuizen
De buurman verhuist.
føle afsky
Hun føler afsky for edderkopper.
walgen van
Ze walgde van spinnen.
savne
Han savner sin kæreste meget.
missen
Hij mist zijn vriendin erg.
beskytte
En hjelm skal beskytte mod ulykker.
beschermen
Een helm moet tegen ongelukken beschermen.
passere
Middelalderperioden er passeret.
voorbijgaan
De middeleeuwse periode is voorbijgegaan.
drive
Cowboysene driver kvæget med heste.
drijven
De cowboys drijven het vee met paarden.
parkere
Bilerne er parkeret i parkeringskælderen.
parkeren
De auto’s staan in de ondergrondse garage geparkeerd.
række hånden op
Den, der ved noget, kan række hånden op i klassen.
opmerken
Wie iets weet, mag in de klas opmerken.
dø
Mange mennesker dør i film.
sterven
Veel mensen sterven in films.