Woordenlijst
Leer werkwoorden – Deens

logge ind
Du skal logge ind med dit kodeord.
inloggen
Je moet inloggen met je wachtwoord.

sammenligne
De sammenligner deres tal.
vergelijken
Ze vergelijken hun cijfers.

skifte
Lyset skiftede til grønt.
veranderen
Het licht veranderde in groen.

ankomme
Flyet ankom til tiden.
aankomen
Het vliegtuig is op tijd aangekomen.

komme overens
Afslut jeres kamp og kom nu overens!
overweg kunnen
Stop met ruziën en kunnen jullie eindelijk met elkaar overweg!

røre
Landmanden rører ved sine planter.
aanraken
De boer raakt zijn planten aan.

vende sig
De vender sig mod hinanden.
zich wenden tot
Ze wenden zich tot elkaar.

ende op
Hvordan endte vi op i denne situation?
terechtkomen
Hoe zijn we in deze situatie terechtgekomen?

deltage
Han deltager i løbet.
deelnemen
Hij neemt deel aan de race.

overnatte
Vi overnatter i bilen.
overnachten
We overnachten in de auto.

afgå
Vores feriegæster afgik i går.
vertrekken
Onze vakantiegasten vertrokken gisteren.
