Woordenlijst
Leer werkwoorden – Deens

parkere
Cyklerne er parkeret foran huset.
parkeren
De fietsen staan voor het huis geparkeerd.

sove længe
De vil endelig sove længe en nat.
uitslapen
Ze willen eindelijk eens een nacht uitslapen.

skabe
Hvem skabte Jorden?
creëren
Wie heeft de aarde gecreëerd?

give
Faderen vil give sin søn lidt ekstra penge.
geven
De vader wil zijn zoon wat extra geld geven.

kysse
Han kysser babyen.
kussen
Hij kust de baby.

forstå
Jeg kan ikke forstå dig!
begrijpen
Ik kan je niet begrijpen!

finde svært
Begge finder det svært at sige farvel.
moeilijk vinden
Beiden vinden het moeilijk om afscheid te nemen.

vække
Vækkeuret vækker hende kl. 10.
wekken
De wekker wekt haar om 10 uur ’s ochtends.

vinde
Han prøver at vinde i skak.
winnen
Hij probeert te winnen met schaken.

gå ud
Børnene vil endelig gå udenfor.
uitgaan
De kinderen willen eindelijk naar buiten.

efterlade
Hun efterlod mig en skive pizza.
achterlaten
Ze liet een stuk pizza voor me achter.
