Woordenlijst

Leer werkwoorden – Deens

cms/verbs-webp/113316795.webp
logge ind
Du skal logge ind med dit kodeord.
inloggen
Je moet inloggen met je wachtwoord.
cms/verbs-webp/102167684.webp
sammenligne
De sammenligner deres tal.
vergelijken
Ze vergelijken hun cijfers.
cms/verbs-webp/75423712.webp
skifte
Lyset skiftede til grønt.
veranderen
Het licht veranderde in groen.
cms/verbs-webp/99207030.webp
ankomme
Flyet ankom til tiden.
aankomen
Het vliegtuig is op tijd aangekomen.
cms/verbs-webp/85191995.webp
komme overens
Afslut jeres kamp og kom nu overens!
overweg kunnen
Stop met ruziën en kunnen jullie eindelijk met elkaar overweg!
cms/verbs-webp/129300323.webp
røre
Landmanden rører ved sine planter.
aanraken
De boer raakt zijn planten aan.
cms/verbs-webp/31726420.webp
vende sig
De vender sig mod hinanden.
zich wenden tot
Ze wenden zich tot elkaar.
cms/verbs-webp/49585460.webp
ende op
Hvordan endte vi op i denne situation?
terechtkomen
Hoe zijn we in deze situatie terechtgekomen?
cms/verbs-webp/95543026.webp
deltage
Han deltager i løbet.
deelnemen
Hij neemt deel aan de race.
cms/verbs-webp/62000072.webp
overnatte
Vi overnatter i bilen.
overnachten
We overnachten in de auto.
cms/verbs-webp/86710576.webp
afgå
Vores feriegæster afgik i går.
vertrekken
Onze vakantiegasten vertrokken gisteren.
cms/verbs-webp/4553290.webp
gå ind
Skibet går ind i havnen.
binnenkomen
Het schip komt de haven binnen.