Woordenlijst

Leer werkwoorden – Litouws

cms/verbs-webp/46385710.webp
priimti
Čia priimamos kreditinės kortelės.
accepteren
Creditcards worden hier geaccepteerd.
cms/verbs-webp/83548990.webp
grįžti
Bumerangas grįžo.
terugkomen
De boemerang kwam terug.
cms/verbs-webp/84506870.webp
gerti
Jis beveik kiekvieną vakarą apsigeria.
worden dronken
Hij wordt bijna elke avond dronken.
cms/verbs-webp/91147324.webp
apdovanoti
Jis buvo apdovanotas medaliu.
belonen
Hij werd beloond met een medaille.
cms/verbs-webp/102168061.webp
protestuoti
Žmonės protestuoja prieš neteisybę.
protesteren
Mensen protesteren tegen onrecht.
cms/verbs-webp/122290319.webp
atidėti
Noriu kiekvieną mėnesį atidėti šiek tiek pinigų vėlesniam laikotarpiui.
opzij zetten
Ik wil elke maand wat geld opzij zetten voor later.
cms/verbs-webp/109657074.webp
išvaryti
Vienas gulbė išvaro kitą.
wegjagen
De ene zwaan jaagt de andere weg.
cms/verbs-webp/33493362.webp
paskambinti
Prašau paskambinti man rytoj.
terugbellen
Bel me morgen alstublieft terug.
cms/verbs-webp/41019722.webp
nuvažiuoti
Po apsipirkimo abu nuvažiuoja namo.
naar huis rijden
Na het winkelen rijden de twee naar huis.
cms/verbs-webp/33564476.webp
pristatyti
Picos pristatymo vyras pristato picą.
bezorgen
De pizzabezorger bezorgt de pizza.
cms/verbs-webp/89084239.webp
sumažinti
Man tikrai reikia sumažinti šildymo išlaidas.
verminderen
Ik moet absoluut mijn stookkosten verminderen.
cms/verbs-webp/119417660.webp
tikėti
Daug žmonių tiki Dievu.
geloven
Veel mensen geloven in God.