Woordenlijst

Leer werkwoorden – Litouws

cms/verbs-webp/106682030.webp
rasti vėl
Po persikraustymo aš negalėjau rasti savo paso.
terugvinden
Na de verhuizing kon ik mijn paspoort niet meer terugvinden.
cms/verbs-webp/129244598.webp
riboti
Dietos metu reikia riboti maisto kiekį.
beperken
Tijdens een dieet moet je je voedselinname beperken.
cms/verbs-webp/121870340.webp
bėgti
Sportininkas bėga.
rennen
De atleet rent.
cms/verbs-webp/119417660.webp
tikėti
Daug žmonių tiki Dievu.
geloven
Veel mensen geloven in God.
cms/verbs-webp/97188237.webp
šokti
Jie šoka tango meilėje.
dansen
Ze dansen verliefd een tango.
cms/verbs-webp/85623875.webp
mokytis
Mano universitete mokosi daug moterų.
studeren
Er studeren veel vrouwen aan mijn universiteit.
cms/verbs-webp/120220195.webp
parduoti
Prekybininkai parduoda daug prekių.
verkopen
De handelaren verkopen veel goederen.
cms/verbs-webp/120978676.webp
sudegti
Ugnis sudegins daug miško.
afbranden
Het vuur zal een groot deel van het bos afbranden.
cms/verbs-webp/87142242.webp
pakaboti
Hamakas pakabotas nuo lubų.
hangen
De hangmat hangt aan het plafond.
cms/verbs-webp/28642538.webp
palikti
Šiandien daugelis turi palikti savo automobilius stovinčius.
laten staan
Vandaag moeten velen hun auto’s laten staan.
cms/verbs-webp/91442777.webp
užžengti
Aš negaliu užžengti ant žemės šia koja.
stappen op
Ik kan met deze voet niet op de grond stappen.
cms/verbs-webp/23468401.webp
susižadėti
Jie paslapčiai susižadėjo!
verloven
Ze hebben stiekem verloofd!