Woordenlijst

Leer werkwoorden – Litouws

cms/verbs-webp/112407953.webp
klausytis
Ji klausosi ir girdi garsą.
luisteren
Ze luistert en hoort een geluid.
cms/verbs-webp/34567067.webp
ieškoti
Policija ieško nusikaltėlio.
zoeken naar
De politie zoekt naar de dader.
cms/verbs-webp/74176286.webp
apsaugoti
Mama apsaugo savo vaiką.
beschermen
De moeder beschermt haar kind.
cms/verbs-webp/111160283.webp
įsivaizduoti
Ji kasdien įsivaizduoja kažką naujo.
voorstellen
Ze stelt zich elke dag iets nieuws voor.
cms/verbs-webp/104820474.webp
skambėti
Jos balsas skamba nuostabiai.
klinken
Haar stem klinkt fantastisch.
cms/verbs-webp/108286904.webp
gerti
Karvės geria vandenį iš upės.
drinken
De koeien drinken water uit de rivier.
cms/verbs-webp/106088706.webp
pakilti
Ji jau negali pati pakilti.
opstaan
Ze kan niet meer zelfstandig opstaan.
cms/verbs-webp/3819016.webp
pramisti
Jis pramisė galimybę įmušti įvartį.
missen
Hij miste de kans op een doelpunt.
cms/verbs-webp/83661912.webp
ruošti
Jie ruošia skanų maistą.
bereiden
Ze bereiden een heerlijke maaltijd.
cms/verbs-webp/130770778.webp
keliauti
Jam patinka keliauti ir jis yra matęs daug šalių.
reizen
Hij reist graag en heeft veel landen gezien.
cms/verbs-webp/102169451.webp
tvarkyti
Reikia tvarkytis su problemomis.
omgaan
Men moet met problemen omgaan.
cms/verbs-webp/61280800.webp
susilaikyti
Negaliu per daug išleisti pinigų; privalau susilaikyti.
beheersen
Ik kan niet te veel geld uitgeven; ik moet me beheersen.