Woordenlijst
Leer werkwoorden – Engels (US)

dare
I don’t dare to jump into the water.
durven
Ik durf niet in het water te springen.

explore
Humans want to explore Mars.
verkennen
Mensen willen Mars verkennen.

come to you
Luck is coming to you.
naar je toekomen
Het geluk komt naar je toe.

prepare
They prepare a delicious meal.
bereiden
Ze bereiden een heerlijke maaltijd.

write
He is writing a letter.
schrijven
Hij schrijft een brief.

miss
He missed the nail and injured himself.
missen
Hij miste de spijker en verwondde zichzelf.

feed
The kids are feeding the horse.
voeden
De kinderen voeden het paard.

chat
He often chats with his neighbor.
kletsen
Hij kletst vaak met zijn buurman.

happen
Something bad has happened.
gebeuren
Er is iets ergs gebeurd.

create
Who created the Earth?
creëren
Wie heeft de aarde gecreëerd?

send
I am sending you a letter.
sturen
Ik stuur je een brief.
