Woordenlijst
Leer werkwoorden – Hebreeuws

מחבקת
האם מחבקת את רגלי התינוק הקטנות.
mhbqt
ham mhbqt at rgly htynvq hqtnvt.
omarmen
De moeder omarmt de kleine voetjes van de baby.

יוצא
הספינה יוצאת מהנמל.
yvtsa
hspynh yvtsat mhnml.
vertrekken
Het schip vertrekt uit de haven.

הולכים לטייל
המשפחה הולכת לטייל בימי ראשון.
hvlkym ltyyl
hmshphh hvlkt ltyyl bymy rashvn.
wandelen
De familie gaat op zondag wandelen.

להתבלבל
קל להתבלבל ביער.
lhtblbl
ql lhtblbl by’er.
verdwalen
Het is gemakkelijk om in het bos te verdwalen.

מפחד
הילד מפחד בחושך.
mphd
hyld mphd bhvshk.
bang zijn
Het kind is bang in het donker.

כותב
הוא כותב מכתב.
kvtb
hva kvtb mktb.
schrijven
Hij schrijft een brief.

מקווים
הרבה מקווים לעתיד טוב יותר באירופה.
mqvvym
hrbh mqvvym l’etyd tvb yvtr bayrvph.
hopen
Velen hopen op een betere toekomst in Europa.

נוסע
הרכב נוסע דרך עץ.
nvs’e
hrkb nvs’e drk ’ets.
doorrijden
De auto rijdt door een boom.

השאיר
הם השאירו את הילד שלהם בתחנה בטעות.
hshayr
hm hshayrv at hyld shlhm bthnh bt’evt.
achterlaten
Ze hebben hun kind per ongeluk op het station achtergelaten.

לחשוב
היא תמיד צריכה לחשוב עליו.
lhshvb
hya tmyd tsrykh lhshvb ’elyv.
denken
Ze moet altijd aan hem denken.

בודק
הרופא השיניים בודק את ציוד השניים של המטופל.
bvdq
hrvpa hshynyym bvdq at tsyvd hshnyym shl hmtvpl.
controleren
De tandarts controleert het gebit van de patiënt.
