Woordenlijst
Leer werkwoorden – Hebreeuws
מנקה
היא מנקה את המטבח.
mnqh
hya mnqh at hmtbh.
schoonmaken
Ze maakt de keuken schoon.
להוכיח
הוא רוצה להוכיח נוסחה מתמטית.
lhvkyh
hva rvtsh lhvkyh nvshh mtmtyt.
bewijzen
Hij wil een wiskundige formule bewijzen.
לחסוך
הילדה חוסכת את כספי הכיס שלה.
lhsvk
hyldh hvskt at kspy hkys shlh.
sparen
Het meisje spaart haar zakgeld.
לערבב
אתה יכול להכין סלט בריא עם ירקות.
l’erbb
ath ykvl lhkyn slt brya ’em yrqvt.
mengen
Je kunt een gezonde salade met groenten mengen.
לקחת איתך
לקחנו איתנו עץ חג המולד.
lqht aytk
lqhnv aytnv ’ets hg hmvld.
meenemen
We hebben een kerstboom meegenomen.
מכסה
היא מכסה את פניה.
mksh
hya mksh at pnyh.
bedekken
Ze bedekt haar gezicht.
לתקן
הוא רצה לתקן את הכבל.
ltqn
hva rtsh ltqn at hkbl.
repareren
Hij wilde de kabel repareren.
יוצא
הספינה יוצאת מהנמל.
yvtsa
hspynh yvtsat mhnml.
vertrekken
Het schip vertrekt uit de haven.
בודק
הוא בודק מי גר שם.
bvdq
hva bvdq my gr shm.
controleren
Hij controleert wie daar woont.
לפתוח
הכספת יכולה להיפתח באמצעות הקוד הסודי.
lptvh
hkspt ykvlh lhypth bamts’evt hqvd hsvdy.
openen
De kluis kan worden geopend met de geheime code.
נושאת
היא בקושי נושאת את הכאב!
nvshat
hya bqvshy nvshat at hkab!
verdragen
Ze kan de pijn nauwelijks verdragen!