Woordenlijst
Leer werkwoorden – Hebreeuws

לאסוף
אנחנו צריכים לאסוף את כל התפוחים.
lasvp
anhnv tsrykym lasvp at kl htpvhym.
oprapen
We moeten alle appels oprapen.

פיטר
המנהל שלי פיטר אותי.
pytr
hmnhl shly pytr avty.
ontslaan
Mijn baas heeft me ontslagen.

רוצה לעזוב
היא רוצה לעזוב את המלון.
rvtsh l’ezvb
hya rvtsh l’ezvb at hmlvn.
willen verlaten
Ze wil haar hotel verlaten.

לבלות את הלילה
אנחנו בולים את הלילה ברכב.
lblvt at hlylh
anhnv bvlym at hlylh brkb.
overnachten
We overnachten in de auto.

דורשת
הנכדה שלי דורשת הרבה ממני.
dvrsht
hnkdh shly dvrsht hrbh mmny.
vragen
Mijn kleinkind vraagt veel van mij.

להוכיח
הוא רוצה להוכיח נוסחה מתמטית.
lhvkyh
hva rvtsh lhvkyh nvshh mtmtyt.
bewijzen
Hij wil een wiskundige formule bewijzen.

לשרוף
אתה לא צריך לשרוף כסף.
lshrvp
ath la tsryk lshrvp ksp.
verbranden
Je moet geen geld verbranden.

לשמור
אני שומר את הכסף שלי בשידה שלי.
lshmvr
any shvmr at hksp shly bshydh shly.
bewaren
Ik bewaar mijn geld in mijn nachtkastje.

להתקדם
השבלולים מתקדמים באיטיות בלבד.
lhtqdm
hshblvlym mtqdmym baytyvt blbd.
vooruitgang boeken
Slakken boeken alleen langzame vooruitgang.

מנצח
הוא מנסה לנצח בשחמט.
mntsh
hva mnsh lntsh bshhmt.
winnen
Hij probeert te winnen met schaken.

לבעוט
הם אוהבים לבעוט, אך רק בכדורגל שולחני.
lb’evt
hm avhbym lb’evt, ak rq bkdvrgl shvlhny.
schoppen
Ze schoppen graag, maar alleen bij tafelvoetbal.
