אוצר מילים
למד פעלים – הולנדית
beperken
Tijdens een dieet moet je je voedselinname beperken.
להגביל
במהלך דיאטה, צריך להגביל את כמות המזון.
rinkelen
Hoor je de bel rinkelen?
לצלצל
אתה שומע את הפעמון מצלצל?
ontmoeten
De vrienden ontmoetten elkaar voor een gezamenlijk diner.
להיפגש
החברים התכנסו לארוחה משותפת.
sparen
Het meisje spaart haar zakgeld.
לחסוך
הילדה חוסכת את כספי הכיס שלה.
bang zijn
Het kind is bang in het donker.
מפחד
הילד מפחד בחושך.
elkaar aankijken
Ze keken elkaar lang aan.
להסתכל
הם הסתכלו זה על זה לאורך זמן.
verbazen
Ze was verbaasd toen ze het nieuws ontving.
התדהמה
היא התדהמה כשקיבלה את החדשות.
eisen
Hij eist compensatie.
דורש
הוא דורש פיצוי.
sturen
De goederen worden in een pakket naar mij gestuurd.
לשלוח
הסחורה תישלח אלי בחבילה.
weten
De kinderen zijn erg nieuwsgierig en weten al veel.
יודע
הילדים סקרניים מאוד וכבר יודעים הרבה.
accepteren
Creditcards worden hier geaccepteerd.
קיבל
כרטיסי אשראי מתקבלים כאן.