אוצר מילים
למד פעלים – הולנדית

beschadigen
Twee auto’s raakten beschadigd bij het ongeluk.
נפגעו
שתי מכוניות נפגעו בתאונה.

beginnen
Een nieuw leven begint met een huwelijk.
מתחיל
חיים חדשים מתחילים עם הנישואין.

terugnemen
Het apparaat is defect; de winkelier moet het terugnemen.
להחזיר
המכשיר פגום; הספק חייב להחזיר אותו.

negeren
Het kind negeert de woorden van zijn moeder.
להתעלם
הילד מתעלם ממילות אמו.

uitslapen
Ze willen eindelijk eens een nacht uitslapen.
לישון
הם רוצים לישון עד מאוחר לפחות לילה אחד.

verkiezen
Onze dochter leest geen boeken; ze verkiest haar telefoon.
להעדיף
הבת שלנו לא קוראת ספרים; היא מעדיפה את הטלפון שלה.

onderdak vinden
We vonden onderdak in een goedkoop hotel.
מצאנו
מצאנו לינה במלון זול.

verdwalen
Het is gemakkelijk om in het bos te verdwalen.
להתבלבל
קל להתבלבל ביער.

controleren
De monteur controleert de functies van de auto.
בודק
המכונאי בודק את פונקציות המכונית.

sturen
Dit bedrijf stuurt goederen over de hele wereld.
לשלוח
החברה הזו שולחת מוצרים לכל העולם.

tentoonstellen
Hier wordt moderne kunst tentoongesteld.
מוצג
אמנות מודרנית מוצגת כאן.
