‫אוצר מילים‬

למד פעלים – הולנדית

cms/verbs-webp/34664790.webp
verslagen worden
De zwakkere hond wordt verslagen in het gevecht.
הובס
הכלב החלש יותר הובס בקרב.
cms/verbs-webp/116358232.webp
gebeuren
Er is iets ergs gebeurd.
אירע
משהו רע אירע.
cms/verbs-webp/47737573.webp
geïnteresseerd zijn
Ons kind is erg geïnteresseerd in muziek.
מתעניין
הילד שלנו מתעניין מאוד במוזיקה.
cms/verbs-webp/85871651.webp
moeten gaan
Ik heb dringend vakantie nodig; ik moet gaan!
להצטרך
אני צריך חופשה באופן דחוף; אני חייב ללכת!
cms/verbs-webp/109766229.webp
voelen
Hij voelt zich vaak alleen.
מרגיש
הוא מרגיש לעתים קרובות בודד.
cms/verbs-webp/62069581.webp
sturen
Ik stuur je een brief.
לשלוח
אני שולחת לך מכתב.
cms/verbs-webp/129300323.webp
aanraken
De boer raakt zijn planten aan.
לגעת
החקלאי גע בצמחיו.
cms/verbs-webp/123380041.webp
overkomen
Is hem iets overkomen tijdens het werkongeluk?
אירע
האם משהו אירע לו בתאונת העבודה?
cms/verbs-webp/20225657.webp
vragen
Mijn kleinkind vraagt veel van mij.
דורשת
הנכדה שלי דורשת הרבה ממני.
cms/verbs-webp/116166076.webp
betalen
Ze betaalt online met een creditcard.
לשלם
היא שולמת באינטרנט בכרטיס אשראי.
cms/verbs-webp/78773523.webp
toenemen
De bevolking is sterk toegenomen.
להגדיל
האוכלוסיה התגדלה באופן משמעותי.
cms/verbs-webp/103719050.webp
ontwikkelen
Ze ontwikkelen een nieuwe strategie.
הם מפתחים
הם מפתחים אסטרטגיה חדשה.