אוצר מילים
למד פעלים – הולנדית

bestellen
Ze bestelt ontbijt voor zichzelf.
להזמין
היא הזמינה ארוחת בוקר לעצמה.

veranderen
Veel is veranderd door klimaatverandering.
השתנה
הרבה השתנה בגין שינוי האקלים.

kletsen
Hij kletst vaak met zijn buurman.
מדבר
הוא מדבר הרבה עם השכן שלו.

weten
De kinderen zijn erg nieuwsgierig en weten al veel.
יודע
הילדים סקרניים מאוד וכבר יודעים הרבה.

accepteren
Creditcards worden hier geaccepteerd.
קיבל
כרטיסי אשראי מתקבלים כאן.

wakker worden
Hij is net wakker geworden.
התעורר
הוא התעורר זה עתה.

bekijken
Op vakantie heb ik veel bezienswaardigheden bekeken.
להסתכל
בחופשה, הסתכלתי על הרבה מצרות.

plaatsvinden
De begrafenis vond eergisteren plaats.
להתרחש
ההלוויה התרחשה שלשום.

reizen
Hij reist graag en heeft veel landen gezien.
לטייל
הוא אוהב לטייל וראה הרבה מדינות.

duwen
De auto stopte en moest geduwd worden.
לדחוף
המכונית נעצרה והייתה צריכה להדחף.

antwoorden
Ze antwoordde met een vraag.
להגיב
היא הגיבה בשאלה.
