‫אוצר מילים‬

למד פעלים – הולנדית

cms/verbs-webp/30793025.webp
pronken
Hij pronkt graag met zijn geld.
להתגאות
הוא אוהב להתגאות בכספו.
cms/verbs-webp/23257104.webp
duwen
Ze duwen de man het water in.
לדחוף
הם מדחפים את האיש למים.
cms/verbs-webp/106279322.webp
reizen
We reizen graag door Europa.
לטייל
אנחנו אוהבים לטייל באירופה.
cms/verbs-webp/102304863.webp
schoppen
Pas op, het paard kan schoppen!
לבעוט
היזהר, הסוס יכול לבעוט!
cms/verbs-webp/71260439.webp
schrijven naar
Hij schreef me vorige week.
כתב ל
הוא כתב לי בשבוע שעבר.
cms/verbs-webp/122394605.webp
vervangen
De automonteur vervangt de banden.
מחליף
המכונאי מחליף את הצמיגים.
cms/verbs-webp/102677982.webp
voelen
Ze voelt de baby in haar buik.
מרגישה
היא מרגישה את התינוק בבטן שלה.
cms/verbs-webp/99725221.webp
liegen
Soms moet men liegen in een noodsituatie.
לשקר
לפעמים צריך לשקר במצב חירום.
cms/verbs-webp/110646130.webp
bedekken
Ze heeft het brood met kaas bedekt.
הכיסה
היא הכיסה את הלחם בגבינה.
cms/verbs-webp/107852800.webp
kijken
Ze kijkt door een verrekijker.
להסתכל
היא מסתכלת דרך המשקפת.
cms/verbs-webp/101556029.webp
weigeren
Het kind weigert zijn eten.
לסרב
הילד מסרב לאוכל שלו.
cms/verbs-webp/75487437.webp
leiden
De meest ervaren wandelaar leidt altijd.
מוביל
הטייל הוותיק ביותר תמיד מוביל.