‫אוצר מילים‬

למד פעלים – הולנדית

cms/verbs-webp/123211541.webp
sneeuwen
Het heeft vandaag veel gesneeuwd.
להוריד שלג
הוריד הרבה שלג היום.
cms/verbs-webp/85871651.webp
moeten gaan
Ik heb dringend vakantie nodig; ik moet gaan!
להצטרך
אני צריך חופשה באופן דחוף; אני חייב ללכת!
cms/verbs-webp/83776307.webp
verhuizen
Mijn neefje gaat verhuizen.
להזוז
האחיין שלי הולך להזוז.
cms/verbs-webp/93947253.webp
sterven
Veel mensen sterven in films.
הרבה אנשים מתים
הרבה אנשים מתים בסרטים.
cms/verbs-webp/74908730.webp
veroorzaken
Te veel mensen veroorzaken snel chaos.
גורם
יותר מדי אנשים גורמים מהר לכאוס.
cms/verbs-webp/96571673.webp
schilderen
Hij schildert de muur wit.
לצבוע
הוא צובע את הקיר לבן.
cms/verbs-webp/129945570.webp
antwoorden
Ze antwoordde met een vraag.
להגיב
היא הגיבה בשאלה.
cms/verbs-webp/67880049.webp
loslaten
Je mag de grip niet loslaten!
שחרר
אסור לך לשחרר את האחיזה!
cms/verbs-webp/17624512.webp
wennen aan
Kinderen moeten wennen aan het tandenpoetsen.
להתרגל
לילדים צריך להתרגל לשפשף את השיניים.
cms/verbs-webp/90643537.webp
zingen
De kinderen zingen een lied.
לשיר
הילדים שרים שיר.
cms/verbs-webp/123786066.webp
drinken
Ze drinkt thee.
שותה
היא שותה תה.
cms/verbs-webp/109766229.webp
voelen
Hij voelt zich vaak alleen.
מרגיש
הוא מרגיש לעתים קרובות בודד.