‫אוצר מילים‬

למד פעלים – הולנדית

cms/verbs-webp/65840237.webp
sturen
De goederen worden in een pakket naar mij gestuurd.
לשלוח
הסחורה תישלח אלי בחבילה.
cms/verbs-webp/116519780.webp
naar buiten rennen
Ze rent met de nieuwe schoenen naar buiten.
לצאת
היא יוצאת עם הנעליים החדשות.
cms/verbs-webp/108520089.webp
bevatten
Vis, kaas en melk bevatten veel eiwitten.
מכילים
דגים, גבינה וחלב מכילים הרבה חלבון.
cms/verbs-webp/11497224.webp
antwoorden
De student beantwoordt de vraag.
מענה
התלמידה מענה על השאלה.
cms/verbs-webp/47241989.webp
opzoeken
Wat je niet weet, moet je opzoeken.
לחפש
מה שאתה לא יודע, אתה צריך לחפש.
cms/verbs-webp/118343897.webp
samenwerken
We werken samen als een team.
עבד ביחד
אנו עובדים ביחד כקבוצה.
cms/verbs-webp/108991637.webp
vermijden
Ze vermijdt haar collega.
מתחמקת
היא מתחמקת מהעובד שלה.
cms/verbs-webp/78973375.webp
ziektebriefje halen
Hij moet een ziektebriefje halen bij de dokter.
לקבל תעודת כחולה
הוא צריך לקבל תעודת כחולה מהרופא.
cms/verbs-webp/17624512.webp
wennen aan
Kinderen moeten wennen aan het tandenpoetsen.
להתרגל
לילדים צריך להתרגל לשפשף את השיניים.
cms/verbs-webp/102238862.webp
bezoeken
Een oude vriend bezoekt haar.
מבקרת
חברה ישנה מבקרת אותה.
cms/verbs-webp/128782889.webp
verbazen
Ze was verbaasd toen ze het nieuws ontving.
התדהמה
היא התדהמה כשקיבלה את החדשות.
cms/verbs-webp/98082968.webp
luisteren
Hij luistert naar haar.
להאזין
הוא מאזין לה.