‫אוצר מילים‬

למד פעלים – הולנדית

cms/verbs-webp/110646130.webp
bedekken
Ze heeft het brood met kaas bedekt.
הכיסה
היא הכיסה את הלחם בגבינה.
cms/verbs-webp/115847180.webp
helpen
Iedereen helpt de tent opzetten.
עוזרים
כולם עוזרים להקים את האוהל.
cms/verbs-webp/8451970.webp
bespreken
De collega’s bespreken het probleem.
מדון
הקולגות מדונים בבעיה.
cms/verbs-webp/106997420.webp
onaangeroerd laten
De natuur werd onaangeroerd gelaten.
השאיר בלתי נגע
הטבע הושאר בלתי נגע.
cms/verbs-webp/74176286.webp
beschermen
De moeder beschermt haar kind.
להגן
האם מגנה על הילד שלה.
cms/verbs-webp/123786066.webp
drinken
Ze drinkt thee.
שותה
היא שותה תה.
cms/verbs-webp/123203853.webp
veroorzaken
Alcohol kan hoofdpijn veroorzaken.
גורם
האלכוהול יכול לגרום לכאבי ראש.
cms/verbs-webp/108218979.webp
moeten
Hij moet hier uitstappen.
להכריח
הוא חייב לרדת כאן.
cms/verbs-webp/86996301.webp
opkomen voor
De twee vrienden willen altijd voor elkaar opkomen.
להגן
החברים האלו תמיד רוצים להגן אחד על השני.
cms/verbs-webp/123367774.webp
sorteren
Ik heb nog veel papieren te sorteren.
למיין
יש לי עוד הרבה ניירות למיין.
cms/verbs-webp/90773403.webp
volgen
Mijn hond volgt me als ik jog.
לעקוב
הכלב שלי עוקב אחרי כשאני רץ.
cms/verbs-webp/91696604.webp
toestaan
Men mag depressie niet toestaan.
לאפשר
לא צריך לאפשר דיכאון.