אוצר מילים
למד פעלים – הולנדית

vrezen
We vrezen dat de persoon ernstig gewond is.
פוחדים
אנחנו פוחדים שהאדם נפגע באופן חמור.

voorstellen
Hij stelt zijn nieuwe vriendin voor aan zijn ouders.
להכיר
הוא מכיר את החברה החדשה שלו להוריו.

vereenvoudigen
Je moet ingewikkelde dingen voor kinderen vereenvoudigen.
לפשט
צריך לפשט דברים מורכבים לילדים.

met de trein gaan
Ik ga er met de trein heen.
לנסוע ברכבת
אני אנסוע לשם ברכבת.

bellen
Het meisje belt haar vriendin.
קוראת
הילדה קוראת לחברתה.

zijn
Je moet niet verdrietig zijn!
לא צריך
אתה לא צריך להיות עצוב!

vergeven
Ze kan het hem nooit vergeven!
לסלוח
היא לעולם לא תסלוח לו על זה!

verbinden
Deze brug verbindt twee wijken.
מחבר
הגשר הזה מחבר שני שכונות.

blind worden
De man met de badges is blind geworden.
התעוור
האיש עם התגיות התעוור.

voorzien
Strandstoelen worden voor de vakantiegangers voorzien.
לספק
כיסאות חוף מסופקים למתווכחים.

investeren
Waar moeten we ons geld in investeren?
להשקיע
במה כדאי להשקיע את הכסף שלנו?
