אוצר מילים
למד פעלים – הולנדית

verspillen
Energie mag niet verspild worden.
בזבז
לא צריך לבזבז אנרגיה.

begrijpen
Men kan niet alles over computers begrijpen.
להבין
אחד לא יכול להבין הכל על מחשבים.

durven
Ze durfden uit het vliegtuig te springen.
העזו
הם העזו לקפוץ מתוך המטוס.

tentoonstellen
Hier wordt moderne kunst tentoongesteld.
מוצג
אמנות מודרנית מוצגת כאן.

knuffelen
Hij knuffelt zijn oude vader.
מחבק
הוא מחבק את אביו הזקן.

toelopen
Het meisje loopt naar haar moeder toe.
לרוץ לכיוון
הילדה רצה לכיוונה של אמא.

rennen
De atleet rent.
לרוץ
האתלט רץ.

de weg vinden
Ik kan goed de weg vinden in een labyrint.
מוצא
אני מוצא את דרכי היטב במבוך.

verbranden
Je moet geen geld verbranden.
לשרוף
אתה לא צריך לשרוף כסף.

wakker worden
Hij is net wakker geworden.
התעורר
הוא התעורר זה עתה.

overlaten
De eigenaren laten hun honden aan mij over voor een wandeling.
השאיר
הבעלים השאירו את הכלבים שלהם אצלי לטיול.
