‫אוצר מילים‬

למד פעלים – הולנדית

cms/verbs-webp/40477981.webp
bekend zijn met
Ze is niet bekend met elektriciteit.
מכירה
היא לא מכירה בחשמל.
cms/verbs-webp/11579442.webp
gooien naar
Ze gooien de bal naar elkaar.
לזרוק ל
הם זורקים את הכדור אחד לשני.
cms/verbs-webp/115847180.webp
helpen
Iedereen helpt de tent opzetten.
עוזרים
כולם עוזרים להקים את האוהל.
cms/verbs-webp/71612101.webp
binnenkomen
De metro is net het station binnengekomen.
נכנסה
הרכבת התחתית נכנסה זה עתה לתחנה.
cms/verbs-webp/78309507.webp
uitknippen
De vormen moeten worden uitgeknipt.
יש לחתוך
יש לחתוך את הצורות.
cms/verbs-webp/118483894.webp
genieten
Ze geniet van het leven.
נהנית
היא נהנית מהחיים.
cms/verbs-webp/104820474.webp
klinken
Haar stem klinkt fantastisch.
לה sounding כמו
הקול שלה נשמע מדהים.
cms/verbs-webp/55788145.webp
bedekken
Het kind bedekt zijn oren.
מכסה
הילד מכסה את אוזניו.
cms/verbs-webp/4553290.webp
binnenkomen
Het schip komt de haven binnen.
נכנסת
הספינה נכנסת לנמל.
cms/verbs-webp/118008920.webp
beginnen
School begint net voor de kinderen.
להתחיל
השכולה מתחילה עכשיו לילדים.
cms/verbs-webp/127720613.webp
missen
Hij mist zijn vriendin erg.
לכמול
הוא מכמול את החברה שלו הרבה.
cms/verbs-webp/98082968.webp
luisteren
Hij luistert naar haar.
להאזין
הוא מאזין לה.