‫אוצר מילים‬

למד פעלים – הולנדית

cms/verbs-webp/60111551.webp
nemen
Ze moet veel medicatie nemen.
לקחת
היא צריכה לקחת הרבה תרופות.
cms/verbs-webp/123237946.webp
gebeuren
Hier is een ongeluk gebeurd.
אירע
אירעה פה תאונה.
cms/verbs-webp/57481685.webp
overdoen
De student heeft een jaar overgedaan.
לחזור על שנה
התלמיד חזר על השנה.
cms/verbs-webp/110775013.webp
opschrijven
Ze wil haar zakelijk idee opschrijven.
רשמה
היא רוצה לרשום את רעיונה לעסק.
cms/verbs-webp/118826642.webp
uitleggen
Opa legt de wereld uit aan zijn kleinzoon.
מסביר
הסבא מסביר את העולם לנכדו.
cms/verbs-webp/79582356.webp
ontcijferen
Hij ontcijfert de kleine letters met een vergrootglas.
מפענח
הוא מפענח את הכתוב הקטן עם מגדלה.
cms/verbs-webp/35862456.webp
beginnen
Een nieuw leven begint met een huwelijk.
מתחיל
חיים חדשים מתחילים עם הנישואין.
cms/verbs-webp/75281875.webp
zorgen voor
Onze conciërge zorgt voor de sneeuwruiming.
לטפל
הסנאי שלנו מטפל בהסרת השלג.
cms/verbs-webp/100965244.webp
naar beneden kijken
Ze kijkt naar beneden het dal in.
להסתכל
היא מסתכלת למטה לעמק.
cms/verbs-webp/100466065.webp
weglaten
Je kunt de suiker in de thee weglaten.
השאיר
אתה יכול להשאיר את הסוכר בתה.
cms/verbs-webp/96531863.webp
doorgaan
Kan de kat door dit gat gaan?
לעבור
האם החתול יכול לעבור דרך החור הזה?
cms/verbs-webp/72855015.webp
ontvangen
Ze ontving een heel mooi cadeau.
לקבל
היא קיבלה מתנה יפה מאוד.