‫אוצר מילים‬

למד פעלים – הולנדית

cms/verbs-webp/128782889.webp
verbazen
Ze was verbaasd toen ze het nieuws ontving.
התדהמה
היא התדהמה כשקיבלה את החדשות.
cms/verbs-webp/100466065.webp
weglaten
Je kunt de suiker in de thee weglaten.
השאיר
אתה יכול להשאיר את הסוכר בתה.
cms/verbs-webp/132125626.webp
overtuigen
Ze moet haar dochter vaak overtuigen om te eten.
לשכנע
היא לעיתים קרובות צריכה לשכנע את בתה לאכול.
cms/verbs-webp/113393913.webp
arriveren
De taxi’s zijn bij de halte gearriveerd.
להגיע
המוניות הגיעו לתחנה.
cms/verbs-webp/89869215.webp
schoppen
Ze schoppen graag, maar alleen bij tafelvoetbal.
לבעוט
הם אוהבים לבעוט, אך רק בכדורגל שולחני.
cms/verbs-webp/118588204.webp
wachten
Ze wacht op de bus.
חכה
היא מחכה לאוטובוס.
cms/verbs-webp/95655547.webp
voor laten
Niemand wil hem voor laten gaan bij de kassa van de supermarkt.
להכניס
אף אחד לא רוצה להכניס אותו לפניו בקו הקופה בסופרמרקט.
cms/verbs-webp/11497224.webp
antwoorden
De student beantwoordt de vraag.
מענה
התלמידה מענה על השאלה.
cms/verbs-webp/8451970.webp
bespreken
De collega’s bespreken het probleem.
מדון
הקולגות מדונים בבעיה.
cms/verbs-webp/109766229.webp
voelen
Hij voelt zich vaak alleen.
מרגיש
הוא מרגיש לעתים קרובות בודד.
cms/verbs-webp/122789548.webp
geven
Wat heeft haar vriend haar voor haar verjaardag gegeven?
נתן
מה בחור החמוד שלה נתן לה ליומולדת?
cms/verbs-webp/129002392.webp
verkennen
De astronauten willen de ruimte verkennen.
לחקור
האסטרונאוטים רוצים לחקור את החלל החיצוני.