Woordenlijst
Leer werkwoorden – Hebreeuws
לחשוב
צריך לחשוב הרבה בשחמט.
lhshvb
tsryk lhshvb hrbh bshhmt.
denken
Je moet veel denken bij schaken.
לחזור על שנה
התלמיד חזר על השנה.
lhzvr ’el shnh
htlmyd hzr ’el hshnh.
overdoen
De student heeft een jaar overgedaan.
מתעצבנת
היא מתעצבנת כי הוא תמיד נוחר.
mt’etsbnt
hya mt’etsbnt ky hva tmyd nvhr.
boos worden
Ze wordt boos omdat hij altijd snurkt.
לתקן
הוא רצה לתקן את הכבל.
ltqn
hva rtsh ltqn at hkbl.
repareren
Hij wilde de kabel repareren.
הכניס
היה משלג בחוץ והכנסנו אותם.
hknys
hyh mshlg bhvts vhknsnv avtm.
binnenlaten
Buiten sneeuwde het en we lieten ze binnen.
מדבר
הוא מדבר הרבה עם השכן שלו.
mdbr
hva mdbr hrbh ’em hshkn shlv.
kletsen
Hij kletst vaak met zijn buurman.
לעבור
השניים עוברים אחד ליד השני.
l’ebvr
hshnyym ’evbrym ahd lyd hshny.
voorbijgaan
De twee lopen elkaar voorbij.
מרגיש
הוא מרגיש לעתים קרובות בודד.
mrgysh
hva mrgysh l’etym qrvbvt bvdd.
voelen
Hij voelt zich vaak alleen.
להיפגש
הם הכירו אחד את השני לראשונה באינטרנט.
lhypgsh
hm hkyrv ahd at hshny lrashvnh bayntrnt.
ontmoeten
Ze ontmoetten elkaar voor het eerst op het internet.
מעירה
השעון מעיר אותה ב-10 בבוקר.
m’eyrh
hsh’evn m’eyr avth b-10 bbvqr.
wekken
De wekker wekt haar om 10 uur ’s ochtends.
לדבר
הוא מדבר לקהל שלו.
ldbr
hva mdbr lqhl shlv.
spreken
Hij spreekt tot zijn publiek.