Woordenlijst

Leer werkwoorden – Afrikaans

cms/verbs-webp/21689310.webp
roep op
My onderwyser roep my dikwels op.
aanspreken
Mijn leraar spreekt me vaak aan.
cms/verbs-webp/120978676.webp
afbrand
Die vuur sal baie van die woud afbrand.
afbranden
Het vuur zal een groot deel van het bos afbranden.
cms/verbs-webp/125088246.webp
imiteer
Die kind imiteer ’n vliegtuig.
imiteren
Het kind imiteert een vliegtuig.
cms/verbs-webp/34979195.webp
kom bymekaar
Dit’s lekker as twee mense bymekaar kom.
samenkomen
Het is fijn als twee mensen samenkomen.
cms/verbs-webp/123844560.webp
beskerm
’n Helm is daar om teen ongelukke te beskerm.
beschermen
Een helm moet tegen ongelukken beschermen.
cms/verbs-webp/111892658.webp
lewer
Hy lewer pizzas by huise af.
bezorgen
Hij bezorgt pizza’s aan huis.
cms/verbs-webp/3270640.webp
agtervolg
Die cowboy agtervolg die perde.
achtervolgen
De cowboy achtervolgt de paarden.
cms/verbs-webp/123947269.webp
monitor
Alles word hier deur kameras gemonitor.
monitoren
Alles wordt hier door camera’s gemonitord.
cms/verbs-webp/103797145.webp
aanstel
Die maatskappy wil meer mense aanstel.
aannemen
Het bedrijf wil meer mensen aannemen.
cms/verbs-webp/49374196.webp
ontslaan
My baas het my ontslaan.
ontslaan
Mijn baas heeft me ontslagen.
cms/verbs-webp/123619164.webp
swem
Sy swem gereeld.
zwemmen
Ze zwemt regelmatig.
cms/verbs-webp/100649547.webp
aanstel
Die aansoeker is aangestel.
aannemen
De sollicitant werd aangenomen.