Woordenlijst

Leer werkwoorden – Afrikaans

cms/verbs-webp/120220195.webp
verkoop
Die handelaars verkoop baie goedere.
verkopen
De handelaren verkopen veel goederen.
cms/verbs-webp/46602585.webp
vervoer
Ons vervoer die fietse op die motor se dak.
vervoeren
We vervoeren de fietsen op het dak van de auto.
cms/verbs-webp/75423712.webp
verander
Die lig het groen verander.
veranderen
Het licht veranderde in groen.
cms/verbs-webp/101938684.webp
uitvoer
Hy voer die herstelwerk uit.
uitvoeren
Hij voert de reparatie uit.
cms/verbs-webp/859238.webp
oefen
Sy oefen ’n ongewone beroep uit.
uitoefenen
Ze oefent een ongewoon beroep uit.
cms/verbs-webp/94312776.webp
weggee
Sy gee haar hart weg.
weggeven
Ze geeft haar hart weg.
cms/verbs-webp/100585293.webp
draai om
Jy moet die motor hier om draai.
omdraaien
Je moet hier de auto omdraaien.
cms/verbs-webp/109542274.webp
deurlaat
Moet vlugtelinge by die grense deurgelaat word?
doorlaten
Moeten vluchtelingen aan de grenzen worden doorgelaten?
cms/verbs-webp/73488967.webp
ondersoek
Bloed monsters word in hierdie laboratorium ondersoek.
onderzoeken
Bloedmonsters worden in dit lab onderzocht.
cms/verbs-webp/104759694.webp
hoop
Baie mense hoop vir ’n beter toekoms in Europa.
hopen
Velen hopen op een betere toekomst in Europa.
cms/verbs-webp/91442777.webp
trap op
Ek kan nie met hierdie voet op die grond trap nie.
stappen op
Ik kan met deze voet niet op de grond stappen.
cms/verbs-webp/82669892.webp
gaan
Waarheen gaan julle albei?
gaan
Waar gaan jullie beiden heen?