Woordenlijst
Leer werkwoorden – Russisch

случаться
Что-то плохое случилось.
sluchat‘sya
Chto-to plokhoye sluchilos‘.
gebeuren
Er is iets ergs gebeurd.

идти наперекосяк
Сегодня всё идёт наперекосяк!
idti naperekosyak
Segodnya vso idot naperekosyak!
misgaan
Alles gaat vandaag mis!

кататься
Дети любят кататься на велосипедах или самокатах.
katat‘sya
Deti lyubyat katat‘sya na velosipedakh ili samokatakh.
rijden
Kinderen rijden graag op fietsen of steps.

тянуть
Он тянет сани.
tyanut‘
On tyanet sani.
trekken
Hij trekt de slee.

заказывать
Она заказывает себе завтрак.
zakazyvat‘
Ona zakazyvayet sebe zavtrak.
bestellen
Ze bestelt ontbijt voor zichzelf.

думать
В шахматах нужно много думать.
dumat‘
V shakhmatakh nuzhno mnogo dumat‘.
denken
Je moet veel denken bij schaken.

поднимать
Вертолет поднимает двух мужчин.
podnimat‘
Vertolet podnimayet dvukh muzhchin.
optrekken
De helikopter trekt de twee mannen omhoog.

закрывать
Она закрывает шторы.
zakryvat‘
Ona zakryvayet shtory.
sluiten
Ze sluit de gordijnen.

забыть
Она теперь забыла его имя.
zabyt‘
Ona teper‘ zabyla yego imya.
vergeten
Ze is nu zijn naam vergeten.

кричать
Если вы хотите, чтобы вас услышали, вы должны громко кричать свое сообщение.
krichat‘
Yesli vy khotite, chtoby vas uslyshali, vy dolzhny gromko krichat‘ svoye soobshcheniye.
schreeuwen
Als je gehoord wilt worden, moet je je boodschap luid schreeuwen.

видеть
Вы видите лучше в очках.
videt‘
Vy vidite luchshe v ochkakh.
zien
Je kunt beter zien met een bril.
