Woordenlijst

Leer werkwoorden – Litouws

cms/verbs-webp/58292283.webp
reikalauti
Jis reikalauja kompensacijos.
eisen
Hij eist compensatie.
cms/verbs-webp/96476544.webp
nustatyti
Data yra nustatoma.
vaststellen
De datum wordt vastgesteld.
cms/verbs-webp/123237946.webp
įvykti
Čia įvyko avarija.
gebeuren
Hier is een ongeluk gebeurd.
cms/verbs-webp/111615154.webp
parvežti
Mama parveža dukrą namo.
terugrijden
De moeder rijdt met de dochter terug naar huis.
cms/verbs-webp/106608640.webp
naudoti
Net maži vaikai naudoja planšetinius kompiuterius.
gebruiken
Zelfs kleine kinderen gebruiken tablets.
cms/verbs-webp/51573459.webp
pabrėžti
Galite gerai pabrėžti akis su makiažu.
benadrukken
Je kunt je ogen goed benadrukken met make-up.
cms/verbs-webp/5161747.webp
pašalinti
Eskavatorius pašalina dirvą.
verwijderen
De graafmachine verwijdert de grond.
cms/verbs-webp/46565207.webp
paruošti
Ji paruošė jam didelį džiaugsmą.
bereiden
Ze bereidde hem groot plezier.
cms/verbs-webp/80356596.webp
atsisveikinti
Moteris atsisveikina.
afscheid nemen
De vrouw neemt afscheid.
cms/verbs-webp/82604141.webp
išmesti
Jis užsteigia ant išmestojo bananų lukšto.
weggooien
Hij stapt op een weggegooide bananenschil.
cms/verbs-webp/47737573.webp
domėtis
Mūsų vaikas labai domisi muzika.
geïnteresseerd zijn
Ons kind is erg geïnteresseerd in muziek.
cms/verbs-webp/74916079.webp
atvykti
Jis atvyko laiku.
aankomen
Hij kwam net op tijd aan.