Woordenlijst

Leer werkwoorden – Litouws

cms/verbs-webp/119520659.webp
paminėti
Kiek kartų man reikia paminėti šią ginčą?
ter sprake brengen
Hoe vaak moet ik dit argument ter sprake brengen?
cms/verbs-webp/82095350.webp
stumti
Slauga stumia pacientą neįgaliojo vežimėliu.
duwen
De verpleegster duwt de patiënt in een rolstoel.
cms/verbs-webp/98082968.webp
klausytis
Jis jos klausosi.
luisteren
Hij luistert naar haar.
cms/verbs-webp/84847414.webp
rūpintis
Mūsų sūnus labai rūpinasi savo nauju automobiliu.
zorgen voor
Onze zoon zorgt heel goed voor zijn nieuwe auto.
cms/verbs-webp/120978676.webp
sudegti
Ugnis sudegins daug miško.
afbranden
Het vuur zal een groot deel van het bos afbranden.
cms/verbs-webp/120624757.webp
vaikščioti
Jam patinka vaikščioti miške.
wandelen
Hij wandelt graag in het bos.
cms/verbs-webp/101765009.webp
lydėti
Šuo juos lydi.
begeleiden
De hond begeleidt hen.
cms/verbs-webp/121670222.webp
sekti
Viščiukai visada seka savo motiną.
volgen
De kuikens volgen altijd hun moeder.
cms/verbs-webp/132030267.webp
vartoti
Ji vartoja gabalėlį pyrago.
consumeren
Ze consumeert een stukje taart.
cms/verbs-webp/118588204.webp
laukti
Ji laukia autobuso.
wachten
Ze wacht op de bus.
cms/verbs-webp/122394605.webp
keisti
Automobilio mechanikas keičia padangas.
vervangen
De automonteur vervangt de banden.
cms/verbs-webp/101938684.webp
atlikti
Jis atlieka remontą.
uitvoeren
Hij voert de reparatie uit.