Woordenlijst
Leer werkwoorden – Litouws

nusileisti
Daug senų namų turi nusileisti naujiems.
wijken
Veel oude huizen moeten wijken voor de nieuwe.

pabėgti
Mūsų katė pabėgo.
weglopen
Onze kat is weggelopen.

įleisti
Lauke sninga, ir mes juos įleidome.
binnenlaten
Buiten sneeuwde het en we lieten ze binnen.

dalyvauti
Jis dalyvauja lenktynėse.
deelnemen
Hij neemt deel aan de race.

šaukti
Berniukas šaukia kiek gali stipriai.
roepen
De jongen roept zo luid als hij kan.

gauti
Jis gauna gerą pensiją sename amžiuje.
ontvangen
Hij ontvangt een goed pensioen op oudere leeftijd.

prisistoti
Taksi prisistoję prie sustojimo.
arriveren
De taxi’s zijn bij de halte gearriveerd.

persekioti
Kovotojas persekioja arklius.
achtervolgen
De cowboy achtervolgt de paarden.

galvoti kitaip
Norint būti sėkmingam, kartais reikia galvoti kitaip.
out-of-the-box denken
Om succesvol te zijn, moet je soms out-of-the-box denken.

liesti
Ūkininkas liečia savo augalus.
aanraken
De boer raakt zijn planten aan.

dirbti
Jam reikia dirbti su visais šiais failais.
werken aan
Hij moet aan al deze bestanden werken.
