Woordenlijst
Leer werkwoorden – Litouws

paminėti
Kiek kartų man reikia paminėti šią ginčą?
ter sprake brengen
Hoe vaak moet ik dit argument ter sprake brengen?

stumti
Slauga stumia pacientą neįgaliojo vežimėliu.
duwen
De verpleegster duwt de patiënt in een rolstoel.

klausytis
Jis jos klausosi.
luisteren
Hij luistert naar haar.

rūpintis
Mūsų sūnus labai rūpinasi savo nauju automobiliu.
zorgen voor
Onze zoon zorgt heel goed voor zijn nieuwe auto.

sudegti
Ugnis sudegins daug miško.
afbranden
Het vuur zal een groot deel van het bos afbranden.

vaikščioti
Jam patinka vaikščioti miške.
wandelen
Hij wandelt graag in het bos.

lydėti
Šuo juos lydi.
begeleiden
De hond begeleidt hen.

sekti
Viščiukai visada seka savo motiną.
volgen
De kuikens volgen altijd hun moeder.

vartoti
Ji vartoja gabalėlį pyrago.
consumeren
Ze consumeert een stukje taart.

laukti
Ji laukia autobuso.
wachten
Ze wacht op de bus.

keisti
Automobilio mechanikas keičia padangas.
vervangen
De automonteur vervangt de banden.
