Woordenlijst
Leer werkwoorden – Litouws

priprasti
Vaikams reikia priprasti šepetėti dantis.
wennen aan
Kinderen moeten wennen aan het tandenpoetsen.

skambinti
Ji paėmė telefoną ir skambino numeriu.
draaien
Ze pakte de telefoon en draaide het nummer.

žiūrėti
Ji žiūri per žiūronus.
kijken
Ze kijkt door een verrekijker.

nužudyti
Aš nužudysiu musę!
doden
Ik zal de vlieg doden!

nustebinti
Ji nustebino savo tėvus dovanomis.
verrassen
Ze verraste haar ouders met een cadeau.

meluoti
Kartais reikia meluoti avarinėje situacijoje.
liegen
Soms moet men liegen in een noodsituatie.

kalbėtis
Jie kalbasi tarpusavyje.
kletsen
Ze kletsen met elkaar.

sunaikinti
Tornadas sunaikina daug namų.
vernielen
De tornado vernielt veel huizen.

sekti
Mano šuo seka mane, kai aš bėgioju.
volgen
Mijn hond volgt me als ik jog.

paminėti
Kiek kartų man reikia paminėti šią ginčą?
ter sprake brengen
Hoe vaak moet ik dit argument ter sprake brengen?

rašyti
Jis rašo laišką.
schrijven
Hij schrijft een brief.
