Woordenlijst

Leer werkwoorden – Noors

cms/verbs-webp/84365550.webp
transportere
Lastebilen transporterer varene.
vervoeren
De vrachtwagen vervoert de goederen.
cms/verbs-webp/87153988.webp
fremme
Vi må fremme alternativer til biltrafikk.
bevorderen
We moeten alternatieven voor autoverkeer bevorderen.
cms/verbs-webp/125385560.webp
vaske
Moren vasker barnet sitt.
wassen
De moeder wast haar kind.
cms/verbs-webp/103719050.webp
utvikle
De utvikler en ny strategi.
ontwikkelen
Ze ontwikkelen een nieuwe strategie.
cms/verbs-webp/91643527.webp
sitte fast
Jeg sitter fast og finner ikke en vei ut.
vastzitten
Ik zit vast en kan geen uitweg vinden.
cms/verbs-webp/85191995.webp
komme overens
Avslutt krangelen og kom endelig overens!
overweg kunnen
Stop met ruziën en kunnen jullie eindelijk met elkaar overweg!
cms/verbs-webp/4553290.webp
gå inn
Skipet går inn i havnen.
binnenkomen
Het schip komt de haven binnen.
cms/verbs-webp/71883595.webp
ignorere
Barnet ignorerer morens ord.
negeren
Het kind negeert de woorden van zijn moeder.
cms/verbs-webp/15353268.webp
klemme ut
Hun klemmer ut sitronen.
uitknijpen
Ze knijpt de citroen uit.
cms/verbs-webp/114052356.webp
brenne
Kjøttet må ikke brenne på grillen.
branden
Het vlees mag niet branden op de grill.
cms/verbs-webp/94153645.webp
gråte
Barnet gråter i badekaret.
huilen
Het kind huilt in het bad.
cms/verbs-webp/104476632.webp
vaske opp
Jeg liker ikke å vaske opp.
afwassen
Ik hou niet van afwassen.