Woordenlijst

Leer werkwoorden – Afrikaans

cms/verbs-webp/112286562.webp
werk
Sy werk beter as ’n man.
werken
Ze werkt beter dan een man.
cms/verbs-webp/68212972.webp
opstaan en praat
Wie iets weet, mag in die klas opstaan en praat.
opmerken
Wie iets weet, mag in de klas opmerken.
cms/verbs-webp/102168061.webp
protes
Mense protes teen onreg.
protesteren
Mensen protesteren tegen onrecht.
cms/verbs-webp/123648488.webp
gaan loer
Die dokters gaan elke dag by die pasiënt loer.
langskomen
De artsen komen elke dag bij de patiënt langs.
cms/verbs-webp/129235808.webp
luister
Hy luister graag na sy swanger vrou se maag.
luisteren
Hij luistert graag naar de buik van zijn zwangere vrouw.
cms/verbs-webp/116166076.webp
betaal
Sy betaal aanlyn met ’n kredietkaart.
betalen
Ze betaalt online met een creditcard.
cms/verbs-webp/117284953.webp
uitsoek
Sy soek ’n nuwe sonbril uit.
uitzoeken
Ze zoekt een nieuwe zonnebril uit.
cms/verbs-webp/61806771.webp
bring
Die boodskapper bring ’n pakkie.
brengen
De koerier brengt een pakketje.
cms/verbs-webp/120624757.webp
stap
Hy hou daarvan om in die woud te stap.
wandelen
Hij wandelt graag in het bos.
cms/verbs-webp/83661912.webp
voorberei
Hulle berei ’n heerlike maaltyd voor.
bereiden
Ze bereiden een heerlijke maaltijd.
cms/verbs-webp/85677113.webp
gebruik
Sy gebruik daagliks skoonheidsprodukte.
gebruiken
Ze gebruikt dagelijks cosmetische producten.
cms/verbs-webp/117897276.webp
ontvang
Hy het ’n verhoging van sy baas ontvang.
ontvangen
Hij ontving een loonsverhoging van zijn baas.