Woordenlijst
Leer werkwoorden – Hebreeuws

להסתדר
היא צריכה להסתדר עם כסף מעט.
lhstdr
hya tsrykh lhstdr ’em ksp m’et.
rondkomen
Ze moet rondkomen met weinig geld.

תכנס
תכנס!
tkns
tkns!
binnenkomen
Kom binnen!

להגיב
היא הגיבה בשאלה.
lhgyb
hya hgybh bshalh.
antwoorden
Ze antwoordde met een vraag.

קורא
הבן קורא בכל קולו.
qvra
hbn qvra bkl qvlv.
roepen
De jongen roept zo luid als hij kan.

קיבלתי
קיבלתי את האובול.
qyblty
qyblty at havbvl.
terugkrijgen
Ik kreeg het wisselgeld terug.

סופרת
היא סופרת את המטבעות.
svprt
hya svprt at hmtb’evt.
tellen
Ze telt de munten.

הכניס
היה משלג בחוץ והכנסנו אותם.
hknys
hyh mshlg bhvts vhknsnv avtm.
binnenlaten
Buiten sneeuwde het en we lieten ze binnen.

רוצה
החברה רוצה להעסיק יותר אנשים.
rvtsh
hhbrh rvtsh lh’esyq yvtr anshym.
aannemen
Het bedrijf wil meer mensen aannemen.

לכמול
הוא מכמול את החברה שלו הרבה.
lkmvl
hva mkmvl at hhbrh shlv hrbh.
missen
Hij mist zijn vriendin erg.

להגן
החברים האלו תמיד רוצים להגן אחד על השני.
lhgn
hhbrym halv tmyd rvtsym lhgn ahd ’el hshny.
opkomen voor
De twee vrienden willen altijd voor elkaar opkomen.

נותן דבר
הפוליטיקאי נותן דבר בפני הרבה סטודנטים.
nvtn dbr
hpvlytyqay nvtn dbr bpny hrbh stvdntym.
een toespraak houden
De politicus houdt een toespraak voor veel studenten.
