Woordenlijst
Leer werkwoorden – Hebreeuws

לשלוח
הסחורה תישלח אלי בחבילה.
lshlvh
hshvrh tyshlh aly bhbylh.
sturen
De goederen worden in een pakket naar mij gestuurd.

להציב בצד
אני רוצה להציב בצד כסף לאחר מכן כל חודש.
lhtsyb btsd
any rvtsh lhtsyb btsd ksp lahr mkn kl hvdsh.
opzij zetten
Ik wil elke maand wat geld opzij zetten voor later.

הועסק
המועמד הועסק.
hv’esq
hmv’emd hv’esq.
aannemen
De sollicitant werd aangenomen.

נשק
הוא מנשק את התינוק.
nshq
hva mnshq at htynvq.
kussen
Hij kust de baby.

מרגישה
האם מרגישה המון אהבה לילד שלה.
mrgyshh
ham mrgyshh hmvn ahbh lyld shlh.
voelen
De moeder voelt veel liefde voor haar kind.

להקים
הבת שלי רוצה להקים את הדירה שלה.
lhqym
hbt shly rvtsh lhqym at hdyrh shlh.
inrichten
Mijn dochter wil haar appartement inrichten.

לבעוט
באומנויות הלחימה, אתה חייב לדעת לבעוט היטב.
lb’evt
bavmnvyvt hlhymh, ath hyyb ld’et lb’evt hytb.
schoppen
In vechtsporten moet je goed kunnen schoppen.

להתחיל לרוץ
האתלטית עומדת להתחיל לרוץ.
lhthyl lrvts
hatltyt ’evmdt lhthyl lrvts.
beginnen met rennen
De atleet staat op het punt om te beginnen met rennen.

לאפשר
לא צריך לאפשר דיכאון.
lapshr
la tsryk lapshr dykavn.
toestaan
Men mag depressie niet toestaan.

לתת
האבא רוצה לתת לבנו קצת כסף נוסף.
ltt
haba rvtsh ltt lbnv qtst ksp nvsp.
geven
De vader wil zijn zoon wat extra geld geven.

להבין
אחד לא יכול להבין הכל על מחשבים.
lhbyn
ahd la ykvl lhbyn hkl ’el mhshbym.
begrijpen
Men kan niet alles over computers begrijpen.
