Woordenlijst

Leer werkwoorden – Italiaans

cms/verbs-webp/118026524.webp
ricevere
Posso ricevere una connessione internet molto veloce.
ontvangen
Ik kan zeer snel internet ontvangen.
cms/verbs-webp/113885861.webp
infettarsi
Lei si è infettata con un virus.
besmet raken
Ze raakte besmet met een virus.
cms/verbs-webp/123298240.webp
incontrare
Gli amici si sono incontrati per una cena condivisa.
ontmoeten
De vrienden ontmoetten elkaar voor een gezamenlijk diner.
cms/verbs-webp/60625811.webp
distruggere
I file saranno completamente distrutti.
vernietigen
De bestanden worden volledig vernietigd.
cms/verbs-webp/132030267.webp
consumare
Lei consuma un pezzo di torta.
consumeren
Ze consumeert een stukje taart.
cms/verbs-webp/122079435.webp
aumentare
L’azienda ha aumentato il suo fatturato.
verhogen
Het bedrijf heeft zijn omzet verhoogd.
cms/verbs-webp/83636642.webp
colpire
Lei colpisce la palla oltre la rete.
slaan
Ze slaat de bal over het net.
cms/verbs-webp/84850955.webp
cambiare
Molto è cambiato a causa del cambiamento climatico.
veranderen
Veel is veranderd door klimaatverandering.
cms/verbs-webp/124545057.webp
ascoltare
I bambini amano ascoltare le sue storie.
luisteren naar
De kinderen luisteren graag naar haar verhalen.
cms/verbs-webp/92054480.webp
andare
Dove è andato il lago che era qui?
gaan
Waar is het meer dat hier was heengegaan?
cms/verbs-webp/109766229.webp
sentire
Lui si sente spesso solo.
voelen
Hij voelt zich vaak alleen.
cms/verbs-webp/91696604.webp
permettere
Non si dovrebbe permettere la depressione.
toestaan
Men mag depressie niet toestaan.