Woordenlijst
Leer werkwoorden – Italiaans

ricevere
Posso ricevere una connessione internet molto veloce.
ontvangen
Ik kan zeer snel internet ontvangen.

infettarsi
Lei si è infettata con un virus.
besmet raken
Ze raakte besmet met een virus.

incontrare
Gli amici si sono incontrati per una cena condivisa.
ontmoeten
De vrienden ontmoetten elkaar voor een gezamenlijk diner.

distruggere
I file saranno completamente distrutti.
vernietigen
De bestanden worden volledig vernietigd.

consumare
Lei consuma un pezzo di torta.
consumeren
Ze consumeert een stukje taart.

aumentare
L’azienda ha aumentato il suo fatturato.
verhogen
Het bedrijf heeft zijn omzet verhoogd.

colpire
Lei colpisce la palla oltre la rete.
slaan
Ze slaat de bal over het net.

cambiare
Molto è cambiato a causa del cambiamento climatico.
veranderen
Veel is veranderd door klimaatverandering.

ascoltare
I bambini amano ascoltare le sue storie.
luisteren naar
De kinderen luisteren graag naar haar verhalen.

andare
Dove è andato il lago che era qui?
gaan
Waar is het meer dat hier was heengegaan?

sentire
Lui si sente spesso solo.
voelen
Hij voelt zich vaak alleen.
