Woordenlijst

Leer werkwoorden – Noors

cms/verbs-webp/97593982.webp
forberede
En deilig frokost blir forberedt!
bereiden
Er wordt een heerlijk ontbijt bereid!
cms/verbs-webp/17624512.webp
venne seg til
Barn må venne seg til å pusse tennene.
wennen aan
Kinderen moeten wennen aan het tandenpoetsen.
cms/verbs-webp/96628863.webp
spare
Jenta sparer lommepengene sine.
sparen
Het meisje spaart haar zakgeld.
cms/verbs-webp/85623875.webp
studere
Det er mange kvinner som studerer ved universitetet mitt.
studeren
Er studeren veel vrouwen aan mijn universiteit.
cms/verbs-webp/121670222.webp
følge
Kyllingene følger alltid moren sin.
volgen
De kuikens volgen altijd hun moeder.
cms/verbs-webp/75508285.webp
glede seg
Barn gleder seg alltid til snø.
verheugen
Kinderen verheugen zich altijd op sneeuw.
cms/verbs-webp/49585460.webp
ende opp
Hvordan endte vi opp i denne situasjonen?
terechtkomen
Hoe zijn we in deze situatie terechtgekomen?
cms/verbs-webp/87142242.webp
henge ned
Hengekøyen henger ned fra taket.
hangen
De hangmat hangt aan het plafond.
cms/verbs-webp/62788402.webp
støtte
Vi støtter gjerne ideen din.
onderschrijven
We onderschrijven graag uw idee.
cms/verbs-webp/110045269.webp
fullføre
Han fullfører joggingruta si hver dag.
voltooien
Hij voltooit elke dag zijn jogroute.
cms/verbs-webp/119913596.webp
gi
Faren vil gi sønnen sin litt ekstra penger.
geven
De vader wil zijn zoon wat extra geld geven.
cms/verbs-webp/105623533.webp
bør
Man bør drikke mye vann.
moeten
Men zou veel water moeten drinken.