Woordenlijst
Leer werkwoorden – Noors

starte
Soldatene starter.
beginnen
De soldaten beginnen.

ville
Han vil ha for mye!
willen
Hij wil te veel!

kjøre hjem
Etter shopping kjører de to hjem.
naar huis rijden
Na het winkelen rijden de twee naar huis.

føde
Hun vil føde snart.
bevallen
Ze zal binnenkort bevallen.

gå konkurs
Bedriften vil sannsynligvis gå konkurs snart.
failliet gaan
Het bedrijf gaat waarschijnlijk binnenkort failliet.

lede
Han leder jenta ved hånden.
leiden
Hij leidt het meisje bij de hand.

investere
Hva skal vi investere pengene våre i?
investeren
Waar moeten we ons geld in investeren?

åpne
Kan du åpne denne boksen for meg?
openen
Kun je dit blikje voor me openen?

leke
Barnet foretrekker å leke alene.
spelen
Het kind speelt liever alleen.

dø
Mange mennesker dør i filmer.
sterven
Veel mensen sterven in films.

sjekke
Tannlegen sjekker pasientens tannsett.
controleren
De tandarts controleert het gebit van de patiënt.
