Woordenlijst

Leer werkwoorden – Sloveens

cms/verbs-webp/128159501.webp
mešati
Različne sestavine je treba zmešati.
mengen
Verschillende ingrediënten moeten worden gemengd.
cms/verbs-webp/100565199.webp
zajtrkovati
Najraje zajtrkujemo v postelji.
ontbijten
We ontbijten het liefst op bed.
cms/verbs-webp/90287300.webp
zvoniti
Slišiš zvonec zvoniti?
rinkelen
Hoor je de bel rinkelen?
cms/verbs-webp/106997420.webp
pustiti nedotaknjeno
Naravo so pustili nedotaknjeno.
onaangeroerd laten
De natuur werd onaangeroerd gelaten.
cms/verbs-webp/99455547.webp
sprejeti
Nekateri ljudje nočejo sprejeti resnice.
accepteren
Sommige mensen willen de waarheid niet accepteren.
cms/verbs-webp/20225657.webp
terjati
Moj vnuk od mene terja veliko.
vragen
Mijn kleinkind vraagt veel van mij.
cms/verbs-webp/125385560.webp
umiti
Mama umiva svojega otroka.
wassen
De moeder wast haar kind.
cms/verbs-webp/96586059.webp
odpustiti
Šef ga je odpustil.
ontslaan
De baas heeft hem ontslagen.
cms/verbs-webp/35862456.webp
začeti
Z zakonom se začne novo življenje.
beginnen
Een nieuw leven begint met een huwelijk.
cms/verbs-webp/119417660.webp
verjeti
Mnogi verjamejo v Boga.
geloven
Veel mensen geloven in God.
cms/verbs-webp/101556029.webp
zavrniti
Otrok zavrača svojo hrano.
weigeren
Het kind weigert zijn eten.
cms/verbs-webp/123170033.webp
bankrotirati
Podjetje bo verjetno kmalu bankrotiralo.
failliet gaan
Het bedrijf gaat waarschijnlijk binnenkort failliet.