Woordenlijst

Leer werkwoorden – Sloveens

cms/verbs-webp/84506870.webp
napiti se
Vsak večer se skoraj napije.
worden dronken
Hij wordt bijna elke avond dronken.
cms/verbs-webp/35137215.webp
udariti
Starši ne bi smeli udariti svojih otrok.
slaan
Ouders zouden hun kinderen niet moeten slaan.
cms/verbs-webp/26758664.webp
shraniti
Moji otroci so shranili svoj denar.
sparen
Mijn kinderen hebben hun eigen geld gespaard.
cms/verbs-webp/100466065.webp
izpustiti
V čaju lahko izpustite sladkor.
weglaten
Je kunt de suiker in de thee weglaten.
cms/verbs-webp/95938550.webp
vzeti s seboj
S seboj smo vzeli božično drevo.
meenemen
We hebben een kerstboom meegenomen.
cms/verbs-webp/99196480.webp
parkirati
Avtomobili so parkirani v podzemni garaži.
parkeren
De auto’s staan in de ondergrondse garage geparkeerd.
cms/verbs-webp/64053926.webp
premagati
Športniki so premagali slap.
overwinnen
De atleten overwinnen de waterval.
cms/verbs-webp/99455547.webp
sprejeti
Nekateri ljudje nočejo sprejeti resnice.
accepteren
Sommige mensen willen de waarheid niet accepteren.
cms/verbs-webp/47225563.webp
sodelovati pri razmišljanju
Pri kartnih igrah moraš sodelovati pri razmišljanju.
meedenken
Je moet meedenken bij kaartspellen.
cms/verbs-webp/90292577.webp
prebiti se
Voda je bila previsoka; tovornjak se ni mogel prebiti čez.
doorkomen
Het water was te hoog; de truck kon er niet doorheen.
cms/verbs-webp/96668495.webp
tiskati
Knjige in časopisi se tiskajo.
drukken
Boeken en kranten worden gedrukt.
cms/verbs-webp/130814457.webp
dodati
Kavi doda nekaj mleka.
toevoegen
Ze voegt wat melk toe aan de koffie.