Woordenlijst

Leer werkwoorden – Sloveens

cms/verbs-webp/96061755.webp
postreči
Danes nam bo postregel kar kuhar.
bedienen
De chef bedient ons vandaag zelf.
cms/verbs-webp/123844560.webp
zaščititi
Čelada naj bi zaščitila pred nesrečami.
beschermen
Een helm moet tegen ongelukken beschermen.
cms/verbs-webp/125116470.webp
zaupati
Vsi si zaupamo.
vertrouwen
We vertrouwen elkaar allemaal.
cms/verbs-webp/90821181.webp
premagati
V tenisu je premagal svojega nasprotnika.
verslaan
Hij versloeg zijn tegenstander in tennis.
cms/verbs-webp/120515454.webp
hraniti
Otroci hranijo konja.
voeden
De kinderen voeden het paard.
cms/verbs-webp/94153645.webp
jokati
Otrok joka v kadi.
huilen
Het kind huilt in het bad.
cms/verbs-webp/68212972.webp
oglasiti se
Kdor kaj ve, se lahko oglasi v razredu.
opmerken
Wie iets weet, mag in de klas opmerken.
cms/verbs-webp/93031355.webp
upati si
Ne upam skočiti v vodo.
durven
Ik durf niet in het water te springen.
cms/verbs-webp/47802599.webp
raje imeti
Mnogi otroci imajo raje sladkarije kot zdrave stvari.
verkiezen
Veel kinderen verkiezen snoep boven gezonde dingen.
cms/verbs-webp/111792187.webp
izbrati
Težko je izbrati pravega.
kiezen
Het is moeilijk om de juiste te kiezen.
cms/verbs-webp/104302586.webp
dobiti nazaj
Vračilo sem dobil nazaj.
terugkrijgen
Ik kreeg het wisselgeld terug.
cms/verbs-webp/118549726.webp
preveriti
Zobozdravnik preverja zobe.
controleren
De tandarts controleert de tanden.