Woordenlijst
Leer werkwoorden – Sloveens
postreči
Danes nam bo postregel kar kuhar.
bedienen
De chef bedient ons vandaag zelf.
zaščititi
Čelada naj bi zaščitila pred nesrečami.
beschermen
Een helm moet tegen ongelukken beschermen.
zaupati
Vsi si zaupamo.
vertrouwen
We vertrouwen elkaar allemaal.
premagati
V tenisu je premagal svojega nasprotnika.
verslaan
Hij versloeg zijn tegenstander in tennis.
hraniti
Otroci hranijo konja.
voeden
De kinderen voeden het paard.
jokati
Otrok joka v kadi.
huilen
Het kind huilt in het bad.
oglasiti se
Kdor kaj ve, se lahko oglasi v razredu.
opmerken
Wie iets weet, mag in de klas opmerken.
upati si
Ne upam skočiti v vodo.
durven
Ik durf niet in het water te springen.
raje imeti
Mnogi otroci imajo raje sladkarije kot zdrave stvari.
verkiezen
Veel kinderen verkiezen snoep boven gezonde dingen.
izbrati
Težko je izbrati pravega.
kiezen
Het is moeilijk om de juiste te kiezen.
dobiti nazaj
Vračilo sem dobil nazaj.
terugkrijgen
Ik kreeg het wisselgeld terug.