Woordenlijst

Leer werkwoorden – Italiaans

cms/verbs-webp/34979195.webp
incontrarsi
È bello quando due persone si incontrano.
samenkomen
Het is fijn als twee mensen samenkomen.
cms/verbs-webp/123619164.webp
nuotare
Lei nuota regolarmente.
zwemmen
Ze zwemt regelmatig.
cms/verbs-webp/113316795.webp
accedere
Devi accedere con la tua password.
inloggen
Je moet inloggen met je wachtwoord.
cms/verbs-webp/122079435.webp
aumentare
L’azienda ha aumentato il suo fatturato.
verhogen
Het bedrijf heeft zijn omzet verhoogd.
cms/verbs-webp/68779174.webp
rappresentare
Gli avvocati rappresentano i loro clienti in tribunale.
vertegenwoordigen
Advocaten vertegenwoordigen hun cliënten in de rechtbank.
cms/verbs-webp/40632289.webp
chiacchierare
Gli studenti non dovrebbero chiacchierare durante la lezione.
kletsen
Studenten mogen niet kletsen tijdens de les.
cms/verbs-webp/41918279.webp
scappare
Nostro figlio voleva scappare da casa.
weglopen
Onze zoon wilde van huis weglopen.
cms/verbs-webp/102327719.webp
dormire
Il bambino dorme.
slapen
De baby slaapt.
cms/verbs-webp/116358232.webp
accadere
È accaduto qualcosa di brutto.
gebeuren
Er is iets ergs gebeurd.
cms/verbs-webp/109657074.webp
allontanare
Un cigno ne allontana un altro.
wegjagen
De ene zwaan jaagt de andere weg.
cms/verbs-webp/66441956.webp
annotare
Devi annotare la password!
opschrijven
Je moet het wachtwoord opschrijven!
cms/verbs-webp/71612101.webp
entrare
La metropolitana è appena entrata nella stazione.
binnenkomen
De metro is net het station binnengekomen.