Woordenlijst
Leer werkwoorden – Deens

være
Du bør ikke være trist!
zijn
Je moet niet verdrietig zijn!

udstille
Moderne kunst udstilles her.
tentoonstellen
Hier wordt moderne kunst tentoongesteld.

forestille sig
Hun forestiller sig noget nyt hver dag.
voorstellen
Ze stelt zich elke dag iets nieuws voor.

søge efter
Politiet søger efter gerningsmanden.
zoeken naar
De politie zoekt naar de dader.

gætte
Du skal gætte hvem jeg er!
raden
Je moet raden wie ik ben!

indeholde
Fisk, ost, og mælk indeholder meget protein.
bevatten
Vis, kaas en melk bevatten veel eiwitten.

køre over
En cyklist blev kørt over af en bil.
aanrijden
Een fietser werd aangereden door een auto.

tage parti for
De to venner vil altid tage parti for hinanden.
opkomen voor
De twee vrienden willen altijd voor elkaar opkomen.

uddø
Mange dyr er uddøde i dag.
uitsterven
Veel dieren zijn vandaag uitgestorven.

køre væk
Hun kører væk i hendes bil.
wegrijden
Ze rijdt weg in haar auto.

møde
Vennerne mødtes til en fælles middag.
ontmoeten
De vrienden ontmoetten elkaar voor een gezamenlijk diner.
