Woordenlijst

Leer werkwoorden – Deens

cms/verbs-webp/53064913.webp
lukke
Hun lukker gardinerne.
sluiten
Ze sluit de gordijnen.
cms/verbs-webp/113671812.webp
dele
Vi skal lære at dele vores rigdom.
delen
We moeten leren onze rijkdom te delen.
cms/verbs-webp/106997420.webp
efterlade uberørt
Naturen blev efterladt uberørt.
onaangeroerd laten
De natuur werd onaangeroerd gelaten.
cms/verbs-webp/95190323.webp
stemme
Man stemmer for eller imod en kandidat.
stemmen
Men stemt voor of tegen een kandidaat.
cms/verbs-webp/125400489.webp
forlade
Turisterne forlader stranden ved middagstid.
verlaten
Toeristen verlaten het strand rond de middag.
cms/verbs-webp/20225657.webp
kræve
Mit barnebarn kræver meget af mig.
vragen
Mijn kleinkind vraagt veel van mij.
cms/verbs-webp/78063066.webp
opbevare
Jeg opbevarer mine penge i mit natbord.
bewaren
Ik bewaar mijn geld in mijn nachtkastje.
cms/verbs-webp/98977786.webp
nævne
Hvor mange lande kan du nævne?
noemen
Hoeveel landen kun je noemen?
cms/verbs-webp/84476170.webp
kræve
Han krævede kompensation fra den person, han havde en ulykke med.
eisen
Hij eiste compensatie van de persoon waarmee hij een ongeluk had.
cms/verbs-webp/84850955.webp
ændre
Meget har ændret sig på grund af klimaforandringer.
veranderen
Veel is veranderd door klimaatverandering.
cms/verbs-webp/46385710.webp
acceptere
Kreditkort accepteres her.
accepteren
Creditcards worden hier geaccepteerd.
cms/verbs-webp/28642538.webp
efterlade stående
I dag skal mange efterlade deres biler stående.
laten staan
Vandaag moeten velen hun auto’s laten staan.