Woordenlijst

Leer werkwoorden – Deens

cms/verbs-webp/108286904.webp
drikke
Køerne drikker vand fra floden.
drinken
De koeien drinken water uit de rivier.
cms/verbs-webp/114379513.webp
dække
Vandliljerne dækker vandet.
bedekken
De waterlelies bedekken het water.
cms/verbs-webp/125088246.webp
efterligne
Barnet efterligner et fly.
imiteren
Het kind imiteert een vliegtuig.
cms/verbs-webp/55269029.webp
misse
Han missede sømmet og skadede sig selv.
missen
Hij miste de spijker en verwondde zichzelf.
cms/verbs-webp/102167684.webp
sammenligne
De sammenligner deres tal.
vergelijken
Ze vergelijken hun cijfers.
cms/verbs-webp/119302514.webp
ringe
Pigen ringer til sin ven.
bellen
Het meisje belt haar vriendin.
cms/verbs-webp/102327719.webp
sove
Babyen sover.
slapen
De baby slaapt.
cms/verbs-webp/119895004.webp
skrive
Han skriver et brev.
schrijven
Hij schrijft een brief.
cms/verbs-webp/118596482.webp
søge
Jeg søger efter svampe om efteråret.
zoeken
Ik zoek paddenstoelen in de herfst.
cms/verbs-webp/121264910.webp
hakke
Til salaten skal du hakke agurken.
snijden
Voor de salade moet je de komkommer snijden.
cms/verbs-webp/125385560.webp
vaske
Moderen vasker sit barn.
wassen
De moeder wast haar kind.
cms/verbs-webp/89636007.webp
underskrive
Han underskrev kontrakten.
ondertekenen
Hij ondertekende het contract.