Woordenlijst
Leer werkwoorden – Deens

kigge
Hun kigger gennem en kikkert.
kijken
Ze kijkt door een verrekijker.

spise
Hønsene spiser kornet.
eten
De kippen eten de granen.

acceptere
Jeg kan ikke ændre det, jeg må acceptere det.
accepteren
Ik kan dat niet veranderen, ik moet het accepteren.

kæmpe
Atleterne kæmper mod hinanden.
vechten
De atleten vechten tegen elkaar.

følge
Kyllingerne følger altid deres mor.
volgen
De kuikens volgen altijd hun moeder.

fortælle
Hun fortalte mig en hemmelighed.
vertellen
Ze vertelde me een geheim.

skrive ned
Du skal skrive kodeordet ned!
opschrijven
Je moet het wachtwoord opschrijven!

ændre
Meget har ændret sig på grund af klimaforandringer.
veranderen
Veel is veranderd door klimaatverandering.

kigge forbi
Lægerne kigger forbi patienten hver dag.
langskomen
De artsen komen elke dag bij de patiënt langs.

ringe
Hun tog telefonen og ringede nummeret.
draaien
Ze pakte de telefoon en draaide het nummer.

teste
Bilen testes i værkstedet.
testen
De auto wordt in de werkplaats getest.
