Woordenlijst
Leer werkwoorden – Deens

sparke
I kampsport skal man kunne sparke godt.
schoppen
In vechtsporten moet je goed kunnen schoppen.

lyve
Han lyver ofte, når han vil sælge noget.
liegen
Hij liegt vaak als hij iets wil verkopen.

ligge
Børnene ligger sammen i græsset.
liggen
De kinderen liggen samen in het gras.

tro
Mange mennesker tror på Gud.
geloven
Veel mensen geloven in God.

høste
Vi høstede meget vin.
oogsten
We hebben veel wijn geoogst.

gå tilbage
Han kan ikke gå tilbage alene.
teruggaan
Hij kan niet alleen teruggaan.

elske
Hun elsker virkelig sin hest.
houden van
Ze houdt echt veel van haar paard.

vælge
Det er svært at vælge den rigtige.
kiezen
Het is moeilijk om de juiste te kiezen.

forfølge
Cowboysen forfølger hestene.
achtervolgen
De cowboy achtervolgt de paarden.

skrive ned
Hun vil skrive sin forretningsidé ned.
opschrijven
Ze wil haar zakelijk idee opschrijven.

tænke
Hvem tror du er stærkest?
denken
Wie denk je dat sterker is?
