Woordenlijst

Leer werkwoorden – Pools

cms/verbs-webp/49853662.webp
pisać na
Artyści napisali na całym murze.
schrijven op
De kunstenaars hebben op de hele muur geschreven.
cms/verbs-webp/123953850.webp
uratować
Lekarzom udało się uratować jego życie.
redden
De dokters konden zijn leven redden.
cms/verbs-webp/106088706.webp
wstać
Ona nie może już sama wstać.
opstaan
Ze kan niet meer zelfstandig opstaan.
cms/verbs-webp/109766229.webp
czuć
On często czuje się samotny.
voelen
Hij voelt zich vaak alleen.
cms/verbs-webp/115373990.webp
pojawiać się
W wodzie nagle pojawiła się ogromna ryba.
verschijnen
Er verscheen plotseling een grote vis in het water.
cms/verbs-webp/122010524.webp
podejmować
Podjąłem wiele podróży.
ondernemen
Ik heb veel reizen ondernomen.
cms/verbs-webp/94796902.webp
wrócić na drogę
Nie mogę wrócić na drogę.
de weg terugvinden
Ik kan de weg terug niet vinden.
cms/verbs-webp/111750432.webp
wisieć
Obydwoje wiszą na gałęzi.
hangen
Ze hangen beide aan een tak.
cms/verbs-webp/123213401.webp
nienawidzić
Obydwaj chłopcy nienawidzą się nawzajem.
haten
De twee jongens haten elkaar.
cms/verbs-webp/32312845.webp
wykluczać
Grupa go wyklucza.
uitsluiten
De groep sluit hem uit.
cms/verbs-webp/40946954.webp
sortować
Lubi sortować swoje znaczki.
sorteren
Hij sorteert graag zijn postzegels.
cms/verbs-webp/114593953.webp
spotkać się
Pierwszy raz spotkali się w internecie.
ontmoeten
Ze ontmoetten elkaar voor het eerst op het internet.