Woordenlijst
Leer werkwoorden – Koreaans

보호하다
어머니는 그녀의 아이를 보호한다.
bohohada
eomeonineun geunyeoui aileul bohohanda.
beschermen
De moeder beschermt haar kind.

열어두다
창문을 열어두는 사람은 강도를 초대하는 것이다!
yeol-eoduda
changmun-eul yeol-eoduneun salam-eun gangdoleul chodaehaneun geos-ida!
open laten
Wie de ramen open laat, nodigt inbrekers uit!

이기다
그는 테니스에서 상대방을 이겼다.
igida
geuneun teniseueseo sangdaebang-eul igyeossda.
verslaan
Hij versloeg zijn tegenstander in tennis.

공유하다
우리는 우리의 부를 공유하는 법을 배워야 한다.
gong-yuhada
ulineun uliui buleul gong-yuhaneun beob-eul baewoya handa.
delen
We moeten leren onze rijkdom te delen.

포함하다
물고기, 치즈, 그리고 우유는 많은 단백질을 포함하고 있다.
pohamhada
mulgogi, chijeu, geuligo uyuneun manh-eun danbaegjil-eul pohamhago issda.
bevatten
Vis, kaas en melk bevatten veel eiwitten.

알아보다
생소한 개들은 서로를 알아보고 싶어한다.
al-aboda
saengsohan gaedeul-eun seololeul al-abogo sip-eohanda.
leren kennen
Vreemde honden willen elkaar leren kennen.

흉내내다
그 아이는 비행기를 흉내낸다.
hyungnaenaeda
geu aineun bihaeng-gileul hyungnaenaenda.
imiteren
Het kind imiteert een vliegtuig.

사용하다
우리는 화재에서 가스 마스크를 사용한다.
sayonghada
ulineun hwajaeeseo gaseu maseukeuleul sayonghanda.
gebruiken
We gebruiken gasmaskers in het vuur.

돌려주다
기기가 불량하다; 소매상이 그것을 돌려받아야 한다.
dollyeojuda
gigiga bullyanghada; somaesang-i geugeos-eul dollyeobad-aya handa.
terugnemen
Het apparaat is defect; de winkelier moet het terugnemen.

뛰어넘다
선수는 장애물을 뛰어넘어야 한다.
ttwieoneomda
seonsuneun jang-aemul-eul ttwieoneom-eoya handa.
overspringen
De atleet moet over het obstakel springen.

나가고 싶다
아이가 밖으로 나가고 싶어한다.
nagago sipda
aiga bakk-eulo nagago sip-eohanda.
naar buiten willen
Het kind wil naar buiten.
