Woordenlijst
Leer werkwoorden – Koreaans

찾아보다
모르는 것은 찾아봐야 한다.
chaj-aboda
moleuneun geos-eun chaj-abwaya handa.
opzoeken
Wat je niet weet, moet je opzoeken.

돌아오다
아빠가 드디어 집에 돌아왔다!
dol-aoda
appaga deudieo jib-e dol-awassda!
thuiskomen
Papa is eindelijk thuisgekomen!

말하다
나는 너에게 중요한 것을 말할 것이 있다.
malhada
naneun neoege jung-yohan geos-eul malhal geos-i issda.
vertellen
Ik heb iets belangrijks te vertellen.

받아들이다
그것을 바꿀 수 없어, 받아들여야 해.
bad-adeul-ida
geugeos-eul bakkul su eobs-eo, bad-adeul-yeoya hae.
accepteren
Ik kan dat niet veranderen, ik moet het accepteren.

운송하다
트럭은 물건을 운송한다.
unsonghada
teuleog-eun mulgeon-eul unsonghanda.
vervoeren
De vrachtwagen vervoert de goederen.

필요하다
목이 마르다, 물이 필요해!
pil-yohada
mog-i maleuda, mul-i pil-yohae!
nodig hebben
Ik heb dorst, ik heb water nodig!

연습하다
그 여자는 요가를 연습한다.
yeonseubhada
geu yeojaneun yogaleul yeonseubhanda.
oefenen
De vrouw beoefent yoga.

의미하다
바닥의 이 문장은 무슨 뜻이야?
uimihada
badag-ui i munjang-eun museun tteus-iya?
betekenen
Wat betekent dit wapenschild op de vloer?

비평하다
상사는 직원을 비평한다.
bipyeonghada
sangsaneun jig-won-eul bipyeonghanda.
bekritiseren
De baas bekritiseert de werknemer.

남기다
그들은 역에서 자신의 아이를 실수로 남겼다.
namgida
geudeul-eun yeog-eseo jasin-ui aileul silsulo namgyeossda.
achterlaten
Ze hebben hun kind per ongeluk op het station achtergelaten.

서로 보다
그들은 서로를 오랫동안 바라보았다.
seolo boda
geudeul-eun seololeul olaesdong-an balaboassda.
elkaar aankijken
Ze keken elkaar lang aan.
