Woordenlijst
Leer werkwoorden – Lets
doties tālāk
Šajā punktā tu nevari doties tālāk.
verder gaan
Je kunt op dit punt niet verder gaan.
lēkt
Viņš ielēc ūdenī.
springen
Hij sprong in het water.
izvilkt
Kā viņš izvilks to lielo zivi?
trekken
Hoe gaat hij die grote vis eruit trekken?
sajaukt
Mākslinieks sajauk krāsas.
mengen
De schilder mengt de kleuren.
notikt
Bēres notika aizvakar.
plaatsvinden
De begrafenis vond eergisteren plaats.
atvērt
Seifi var atvērt ar slepeno kodu.
openen
De kluis kan worden geopend met de geheime code.
iziet
Vai kaķis var iziet caur šo caurumu?
doorgaan
Kan de kat door dit gat gaan?
zvanīt
Zvans zvana katru dienu.
rinkelen
De bel rinkelt elke dag.
mainīt
Daudz kas ir mainījies klimata pārmaiņu dēļ.
veranderen
Veel is veranderd door klimaatverandering.
atrodas
Gliemezis atrodas čaumalā.
zich bevinden
Er bevindt zich een parel in de schelp.
izcelt
Helikopters izcel divus vīriešus.
optrekken
De helikopter trekt de twee mannen omhoog.