Woordenlijst

Leer werkwoorden – Lets

cms/verbs-webp/85860114.webp
doties tālāk
Šajā punktā tu nevari doties tālāk.
verder gaan
Je kunt op dit punt niet verder gaan.
cms/verbs-webp/67035590.webp
lēkt
Viņš ielēc ūdenī.
springen
Hij sprong in het water.
cms/verbs-webp/120870752.webp
izvilkt
Kā viņš izvilks to lielo zivi?
trekken
Hoe gaat hij die grote vis eruit trekken?
cms/verbs-webp/98561398.webp
sajaukt
Mākslinieks sajauk krāsas.
mengen
De schilder mengt de kleuren.
cms/verbs-webp/90309445.webp
notikt
Bēres notika aizvakar.
plaatsvinden
De begrafenis vond eergisteren plaats.
cms/verbs-webp/115207335.webp
atvērt
Seifi var atvērt ar slepeno kodu.
openen
De kluis kan worden geopend met de geheime code.
cms/verbs-webp/96531863.webp
iziet
Vai kaķis var iziet caur šo caurumu?
doorgaan
Kan de kat door dit gat gaan?
cms/verbs-webp/129403875.webp
zvanīt
Zvans zvana katru dienu.
rinkelen
De bel rinkelt elke dag.
cms/verbs-webp/84850955.webp
mainīt
Daudz kas ir mainījies klimata pārmaiņu dēļ.
veranderen
Veel is veranderd door klimaatverandering.
cms/verbs-webp/84943303.webp
atrodas
Gliemezis atrodas čaumalā.
zich bevinden
Er bevindt zich een parel in de schelp.
cms/verbs-webp/23258706.webp
izcelt
Helikopters izcel divus vīriešus.
optrekken
De helikopter trekt de twee mannen omhoog.
cms/verbs-webp/110233879.webp
izveidot
Viņš ir izveidojis modeli mājai.
creëren
Hij heeft een model voor het huis gecreëerd.