Woordenlijst
Leer werkwoorden – Kroatisch

razmišljati
Uvijek mora razmišljati o njemu.
denken
Ze moet altijd aan hem denken.

pustiti
Ne smiješ pustiti dršku!
loslaten
Je mag de grip niet loslaten!

ležati
Djeca leže zajedno na travi.
liggen
De kinderen liggen samen in het gras.

slikati
Naslikao sam ti lijepu sliku!
schilderen
Ik heb een mooi schilderij voor je geschilderd!

odgovoriti
Student odgovara na pitanje.
antwoorden
De student beantwoordt de vraag.

složiti se
Susjedi se nisu mogli složiti oko boje.
eens zijn
De buren konden het niet eens worden over de kleur.

izumrijeti
Mnoge životinje su danas izumrle.
uitsterven
Veel dieren zijn vandaag uitgestorven.

čistiti
Radnik čisti prozor.
schoonmaken
De werker maakt het raam schoon.

raditi
Motocikl je pokvaren; više ne radi.
werken
De motorfiets is kapot; hij werkt niet meer.

prijaviti se
Svi na brodu prijavljuju se kapetanu.
melden
Iedereen aan boord meldt zich bij de kapitein.

darovati
Ona daruje svoje srce.
weggeven
Ze geeft haar hart weg.
