Woordenlijst

Leer werkwoorden – Kroatisch

cms/verbs-webp/120801514.webp
nedostajati
Jako ćeš mi nedostajati!
missen
Ik zal je zo erg missen!
cms/verbs-webp/94153645.webp
plakati
Dijete plače u kadi.
huilen
Het kind huilt in het bad.
cms/verbs-webp/106665920.webp
osjećati
Majka osjeća puno ljubavi prema svom djetetu.
voelen
De moeder voelt veel liefde voor haar kind.
cms/verbs-webp/85010406.webp
preskočiti
Sportaš mora preskočiti prepreku.
overspringen
De atleet moet over het obstakel springen.
cms/verbs-webp/41019722.webp
voziti kući
Nakon kupovine, njih dvoje voze kući.
naar huis rijden
Na het winkelen rijden de twee naar huis.
cms/verbs-webp/87205111.webp
preuzeti
Skakavci su preuzeli.
overnemen
De sprinkhanen hebben de overhand genomen.
cms/verbs-webp/109542274.webp
pustiti kroz
Treba li pustiti izbjeglice na granicama?
doorlaten
Moeten vluchtelingen aan de grenzen worden doorgelaten?
cms/verbs-webp/18316732.webp
prolaziti
Auto prolazi kroz drvo.
doorrijden
De auto rijdt door een boom.
cms/verbs-webp/116358232.webp
dogoditi se
Nešto loše se dogodilo.
gebeuren
Er is iets ergs gebeurd.
cms/verbs-webp/104825562.webp
postaviti
Morate postaviti sat.
instellen
Je moet de klok instellen.
cms/verbs-webp/113316795.webp
prijaviti se
Morate se prijaviti sa svojom lozinkom.
inloggen
Je moet inloggen met je wachtwoord.
cms/verbs-webp/101765009.webp
pratiti
Pas ih prati.
begeleiden
De hond begeleidt hen.