Woordenlijst
Leer werkwoorden – Kroatisch
zaštititi
Kaciga bi trebala zaštititi od nesreća.
beschermen
Een helm moet tegen ongelukken beschermen.
ispraviti
Učitelj ispravlja eseje učenika.
corrigeren
De leraar corrigeert de essays van de studenten.
zauzeti se
Dvoje prijatelja uvijek želi zauzeti se jedno za drugo.
opkomen voor
De twee vrienden willen altijd voor elkaar opkomen.
nositi
Magarac nosi težak teret.
dragen
De ezel draagt een zware last.
početi
Vojnici počinju.
beginnen
De soldaten beginnen.
spomenuti
Koliko puta moram spomenuti ovu raspravu?
ter sprake brengen
Hoe vaak moet ik dit argument ter sprake brengen?
ograničiti
Treba li trgovinu ograničiti?
beperken
Moet handel worden beperkt?
izrezati
Oblike treba izrezati.
uitknippen
De vormen moeten worden uitgeknipt.
potvrditi
Mogla je potvrditi dobre vijesti svom mužu.
bevestigen
Ze kon het goede nieuws aan haar man bevestigen.
ubiti
Pazi, s tom sjekirom možeš nekoga ubiti!
doden
Pas op, je kunt iemand doden met die bijl!
dogoditi se
Nešto loše se dogodilo.
gebeuren
Er is iets ergs gebeurd.