Woordenlijst
Leer werkwoorden – Kroatisch

dovršiti
Možeš li dovršiti slagalicu?
voltooien
Kun je de puzzel voltooien?

trčati
Svako jutro trči po plaži.
rennen
Ze rent elke ochtend op het strand.

zastupati
Odvjetnici zastupaju svoje klijente na sudu.
vertegenwoordigen
Advocaten vertegenwoordigen hun cliënten in de rechtbank.

pustiti kroz
Treba li pustiti izbjeglice na granicama?
doorlaten
Moeten vluchtelingen aan de grenzen worden doorgelaten?

predložiti
Žena svom prijatelju nešto predlaže.
voorstellen
De vrouw stelt iets voor aan haar vriendin.

proći
Voda je bila previsoka; kamion nije mogao proći.
doorkomen
Het water was te hoog; de truck kon er niet doorheen.

vratiti
Majka vraća kći kući.
terugrijden
De moeder rijdt met de dochter terug naar huis.

trebati
Žedan sam, trebam vodu!
nodig hebben
Ik heb dorst, ik heb water nodig!

miješati
Slikar miješa boje.
mengen
De schilder mengt de kleuren.

čuti
Ne čujem te!
horen
Ik kan je niet horen!

pratiti
Mogu li vas pratiti?
meerijden
Mag ik met je meerijden?
