Woordenlijst

Leer werkwoorden – Engels (UK)

cms/verbs-webp/107299405.webp
ask
He asks her for forgiveness.
vragen
Hij vraagt haar om vergeving.
cms/verbs-webp/63351650.webp
cancel
The flight is canceled.
annuleren
De vlucht is geannuleerd.
cms/verbs-webp/71612101.webp
enter
The subway has just entered the station.
binnenkomen
De metro is net het station binnengekomen.
cms/verbs-webp/81740345.webp
summarize
You need to summarize the key points from this text.
samenvatten
Je moet de belangrijkste punten uit deze tekst samenvatten.
cms/verbs-webp/15353268.webp
squeeze out
She squeezes out the lemon.
uitknijpen
Ze knijpt de citroen uit.
cms/verbs-webp/120978676.webp
burn down
The fire will burn down a lot of the forest.
afbranden
Het vuur zal een groot deel van het bos afbranden.
cms/verbs-webp/120870752.webp
pull out
How is he going to pull out that big fish?
trekken
Hoe gaat hij die grote vis eruit trekken?
cms/verbs-webp/93169145.webp
speak
He speaks to his audience.
spreken
Hij spreekt tot zijn publiek.
cms/verbs-webp/67955103.webp
eat
The chickens are eating the grains.
eten
De kippen eten de granen.
cms/verbs-webp/1502512.webp
read
I can’t read without glasses.
lezen
Ik kan niet zonder bril lezen.
cms/verbs-webp/118232218.webp
protect
Children must be protected.
beschermen
Kinderen moeten beschermd worden.
cms/verbs-webp/100011930.webp
tell
She tells her a secret.
vertellen
Ze vertelt haar een geheim.