Woordenlijst

Leer werkwoorden – Engels (UK)

cms/verbs-webp/129945570.webp
respond
She responded with a question.
antwoorden
Ze antwoordde met een vraag.
cms/verbs-webp/109588921.webp
turn off
She turns off the alarm clock.
uitzetten
Ze zet de wekker uit.
cms/verbs-webp/91147324.webp
reward
He was rewarded with a medal.
belonen
Hij werd beloond met een medaille.
cms/verbs-webp/40632289.webp
chat
Students should not chat during class.
kletsen
Studenten mogen niet kletsen tijdens de les.
cms/verbs-webp/1422019.webp
repeat
My parrot can repeat my name.
herhalen
Mijn papegaai kan mijn naam herhalen.
cms/verbs-webp/77572541.webp
remove
The craftsman removed the old tiles.
verwijderen
De vakman heeft de oude tegels verwijderd.
cms/verbs-webp/124046652.webp
come first
Health always comes first!
voorgaan
Gezondheid gaat altijd voor!
cms/verbs-webp/80332176.webp
underline
He underlined his statement.
onderstrepen
Hij onderstreepte zijn uitspraak.
cms/verbs-webp/102169451.webp
handle
One has to handle problems.
omgaan
Men moet met problemen omgaan.
cms/verbs-webp/123213401.webp
hate
The two boys hate each other.
haten
De twee jongens haten elkaar.
cms/verbs-webp/121670222.webp
follow
The chicks always follow their mother.
volgen
De kuikens volgen altijd hun moeder.
cms/verbs-webp/56994174.webp
come out
What comes out of the egg?
uitkomen
Wat komt er uit het ei?