Woordenlijst
Leer werkwoorden – Noors

fungere
Det fungerte ikke denne gangen.
lukken
Deze keer is het niet gelukt.

skrive over
Kunstnerne har skrevet over hele veggen.
schrijven op
De kunstenaars hebben op de hele muur geschreven.

smake
Hovedkokken smaker på suppen.
proeven
De chef-kok proeft de soep.

berøre
Bonden berører plantene sine.
aanraken
De boer raakt zijn planten aan.

navngi
Hvor mange land kan du navngi?
noemen
Hoeveel landen kun je noemen?

belaste
Kontorarbeid belaster henne mye.
belasten
Kantoorwerk belast haar erg.

produsere
Vi produserer strøm med vind og sollys.
genereren
We genereren elektriciteit met wind en zonlicht.

slippe gjennom
Bør flyktninger slippes gjennom ved grensene?
doorlaten
Moeten vluchtelingen aan de grenzen worden doorgelaten?

kreve
Han krevde kompensasjon fra personen han hadde en ulykke med.
eisen
Hij eiste compensatie van de persoon waarmee hij een ongeluk had.

etterlate
Hun etterlot meg et stykke pizza.
achterlaten
Ze liet een stuk pizza voor me achter.

komme overens
Avslutt krangelen og kom endelig overens!
overweg kunnen
Stop met ruziën en kunnen jullie eindelijk met elkaar overweg!
