Woordenlijst

Leer werkwoorden – Noors

cms/verbs-webp/120509602.webp
tilgi
Hun kan aldri tilgi ham for det!
vergeven
Ze kan het hem nooit vergeven!
cms/verbs-webp/80332176.webp
understreke
Han understreket uttalelsen sin.
onderstrepen
Hij onderstreepte zijn uitspraak.
cms/verbs-webp/67095816.webp
flytte sammen
De to planlegger å flytte sammen snart.
samenwonen
De twee zijn van plan om binnenkort samen te gaan wonen.
cms/verbs-webp/68761504.webp
sjekke
Tannlegen sjekker pasientens tannsett.
controleren
De tandarts controleert het gebit van de patiënt.
cms/verbs-webp/102327719.webp
sove
Babyen sover.
slapen
De baby slaapt.
cms/verbs-webp/123786066.webp
drikke
Hun drikker te.
drinken
Ze drinkt thee.
cms/verbs-webp/46602585.webp
transportere
Vi transporterer syklene på biltaket.
vervoeren
We vervoeren de fietsen op het dak van de auto.
cms/verbs-webp/119269664.webp
bestå
Studentene besto eksamen.
slagen
De studenten zijn geslaagd voor het examen.
cms/verbs-webp/98561398.webp
blande
Maleren blander fargene.
mengen
De schilder mengt de kleuren.
cms/verbs-webp/113966353.webp
servere
Kelneren serverer maten.
serveren
De ober serveert het eten.
cms/verbs-webp/68212972.webp
melde
Den som vet noe, kan melde seg i klassen.
opmerken
Wie iets weet, mag in de klas opmerken.
cms/verbs-webp/34567067.webp
søke etter
Politiet søker etter gjerningsmannen.
zoeken naar
De politie zoekt naar de dader.