Woordenlijst

Leer werkwoorden – Afrikaans

cms/verbs-webp/127720613.webp
mis
Hy mis sy vriendin baie.
missen
Hij mist zijn vriendin erg.
cms/verbs-webp/93792533.webp
beteken
Wat beteken hierdie wapenskild op die vloer?
betekenen
Wat betekent dit wapenschild op de vloer?
cms/verbs-webp/33599908.webp
dien
Honde hou daarvan om hulle eienaars te dien.
dienen
Honden dienen graag hun baasjes.
cms/verbs-webp/98082968.webp
luister
Hy luister na haar.
luisteren
Hij luistert naar haar.
cms/verbs-webp/68761504.webp
kontroleer
Die tandarts kontroleer die pasiënt se tande.
controleren
De tandarts controleert het gebit van de patiënt.
cms/verbs-webp/47241989.webp
opsoek
Wat jy nie weet nie, moet jy opsoek.
opzoeken
Wat je niet weet, moet je opzoeken.
cms/verbs-webp/61575526.webp
plek maak
Baie ou huise moet plek maak vir die nuwes.
wijken
Veel oude huizen moeten wijken voor de nieuwe.
cms/verbs-webp/47062117.webp
oor die weg kom
Sy moet met min geld oor die weg kom.
rondkomen
Ze moet rondkomen met weinig geld.
cms/verbs-webp/101630613.webp
soek
Die inbreker soek die huis.
doorzoeken
De inbreker doorzoekt het huis.
cms/verbs-webp/59250506.webp
aanbied
Sy het aangebied om die blomme nat te gooi.
aanbieden
Ze bood aan de bloemen water te geven.
cms/verbs-webp/119404727.webp
doen
Jy moes dit ’n uur gelede gedoen het!
doen
Dat had je een uur geleden moeten doen!
cms/verbs-webp/119269664.webp
slaag
Die studente het die eksamen geslaag.
slagen
De studenten zijn geslaagd voor het examen.