Woordenlijst
Leer werkwoorden – Afrikaans
monitor
Alles word hier deur kameras gemonitor.
monitoren
Alles wordt hier door camera’s gemonitord.
stem
Mens stem vir of teen ’n kandidaat.
stemmen
Men stemt voor of tegen een kandidaat.
bekend wees met
Sy is nie bekend met elektrisiteit nie.
bekend zijn met
Ze is niet bekend met elektriciteit.
weggooi
Hy trap op ’n weggegooide piesangskil.
weggooien
Hij stapt op een weggegooide bananenschil.
hardloop uit
Sy hardloop uit met die nuwe skoene.
naar buiten rennen
Ze rent met de nieuwe schoenen naar buiten.
mis
Ek gaan jou so baie mis!
missen
Ik zal je zo erg missen!
moet
’n Mens moet baie water drink.
moeten
Men zou veel water moeten drinken.
verdwaal
Dit is maklik om in die woud te verdwaal.
verdwalen
Het is gemakkelijk om in het bos te verdwalen.
besoek
Sy besoek Parys.
bezoeken
Ze bezoekt Parijs.
afbrand
Die vuur sal baie van die woud afbrand.
afbranden
Het vuur zal een groot deel van het bos afbranden.
veroorsaak
Te veel mense veroorsaak vinnig chaos.
veroorzaken
Te veel mensen veroorzaken snel chaos.