Woordenlijst

Leer werkwoorden – Portugees (BR)

cms/verbs-webp/89869215.webp
chutar
Eles gostam de chutar, mas apenas no pebolim.
schoppen
Ze schoppen graag, maar alleen bij tafelvoetbal.
cms/verbs-webp/113966353.webp
servir
O garçom serve a comida.
serveren
De ober serveert het eten.
cms/verbs-webp/118549726.webp
verificar
O dentista verifica os dentes.
controleren
De tandarts controleert de tanden.
cms/verbs-webp/60111551.webp
tomar
Ela tem que tomar muitos medicamentos.
nemen
Ze moet veel medicatie nemen.
cms/verbs-webp/118588204.webp
esperar
Ela está esperando pelo ônibus.
wachten
Ze wacht op de bus.
cms/verbs-webp/62788402.webp
endossar
Nós endossamos de bom grado sua ideia.
onderschrijven
We onderschrijven graag uw idee.
cms/verbs-webp/40946954.webp
ordenar
Ele gosta de ordenar seus selos.
sorteren
Hij sorteert graag zijn postzegels.
cms/verbs-webp/90321809.webp
gastar dinheiro
Temos que gastar muito dinheiro em reparos.
geld uitgeven
We moeten veel geld uitgeven aan reparaties.
cms/verbs-webp/81236678.webp
perder
Ela perdeu um compromisso importante.
missen
Ze heeft een belangrijke afspraak gemist.
cms/verbs-webp/59552358.webp
gerenciar
Quem gerencia o dinheiro na sua família?
beheren
Wie beheert het geld in jouw gezin?
cms/verbs-webp/21342345.webp
gostar
A criança gosta do novo brinquedo.
leuk vinden
Het kind vindt het nieuwe speelgoed leuk.
cms/verbs-webp/120220195.webp
vender
Os comerciantes estão vendendo muitos produtos.
verkopen
De handelaren verkopen veel goederen.