Woordenlijst

Leer werkwoorden – Catalaans

cms/verbs-webp/18316732.webp
passar a través
El cotxe passa a través d’un arbre.
doorrijden
De auto rijdt door een boom.
cms/verbs-webp/119913596.webp
donar
El pare vol donar al seu fill una mica més de diners.
geven
De vader wil zijn zoon wat extra geld geven.
cms/verbs-webp/102304863.webp
xutar
Ves amb compte, el cavall pot xutar!
schoppen
Pas op, het paard kan schoppen!
cms/verbs-webp/99769691.webp
passar per
El tren està passant per davant nostre.
voorbijgaan
De trein gaat aan ons voorbij.
cms/verbs-webp/93393807.webp
passar
Coses estranyes passen en somnis.
gebeuren
Vreemde dingen gebeuren in dromen.
cms/verbs-webp/55372178.webp
avançar
Els cargols avancen molt lentament.
vooruitgang boeken
Slakken boeken alleen langzame vooruitgang.
cms/verbs-webp/119335162.webp
moure’s
És saludable moure’s molt.
bewegen
Het is gezond om veel te bewegen.
cms/verbs-webp/78073084.webp
estirar-se
Estaven cansats i es van estirar.
liggen
Ze waren moe en gingen liggen.
cms/verbs-webp/44159270.webp
tornar
La mestra torna els assaigs als estudiants.
teruggeven
De leraar geeft de essays terug aan de studenten.
cms/verbs-webp/80325151.webp
completar
Ells han completat la tasca difícil.
voltooien
Ze hebben de moeilijke taak voltooid.
cms/verbs-webp/110646130.webp
cobrir
Ella ha cobert el pa amb formatge.
bedekken
Ze heeft het brood met kaas bedekt.
cms/verbs-webp/123953850.webp
salvar
Els metges van poder salvar-li la vida.
redden
De dokters konden zijn leven redden.