Woordenlijst

Leer werkwoorden – Bosnisch

cms/verbs-webp/117421852.webp
postati prijatelji
Dvoje su postali prijatelji.
vrienden worden
De twee zijn vrienden geworden.
cms/verbs-webp/75195383.webp
biti
Ne bi trebao biti tužan!
zijn
Je moet niet verdrietig zijn!
cms/verbs-webp/110322800.webp
govoriti loše
Kolege iz razreda loše govore o njoj.
kwaadspreken
De klasgenoten spreken kwaad over haar.
cms/verbs-webp/57481685.webp
ponoviti godinu
Student je ponovio godinu.
overdoen
De student heeft een jaar overgedaan.
cms/verbs-webp/100434930.webp
završiti
Ruta završava ovdje.
eindigen
De route eindigt hier.
cms/verbs-webp/128159501.webp
miješati
Razni sastojci trebaju se miješati.
mengen
Verschillende ingrediënten moeten worden gemengd.
cms/verbs-webp/99725221.webp
lagati
Ponekad u nuždi morate lagati.
liegen
Soms moet men liegen in een noodsituatie.
cms/verbs-webp/66441956.webp
zapisati
Morate zapisati lozinku!
opschrijven
Je moet het wachtwoord opschrijven!
cms/verbs-webp/121180353.webp
izgubiti
Čekaj, izgubio si novčanik!
verliezen
Wacht, je hebt je portemonnee verloren!
cms/verbs-webp/74009623.webp
testirati
Auto se testira u radionici.
testen
De auto wordt in de werkplaats getest.
cms/verbs-webp/23258706.webp
podići
Helikopter podiže dva čovjeka.
optrekken
De helikopter trekt de twee mannen omhoog.
cms/verbs-webp/14606062.webp
imati pravo
Starije osobe imaju pravo na penziju.
recht hebben op
Ouderen hebben recht op een pensioen.