Woordenlijst

Leer werkwoorden – Bosnisch

cms/verbs-webp/123170033.webp
bankrotirati
Poslovanje će vjerojatno uskoro bankrotirati.
failliet gaan
Het bedrijf gaat waarschijnlijk binnenkort failliet.
cms/verbs-webp/104825562.webp
postaviti
Morate postaviti sat.
instellen
Je moet de klok instellen.
cms/verbs-webp/116835795.webp
stići
Mnogo ljudi stiže kamperom na odmor.
aankomen
Veel mensen komen op vakantie met een camper aan.
cms/verbs-webp/123213401.webp
mrziti
Dva dječaka se mrze.
haten
De twee jongens haten elkaar.
cms/verbs-webp/21342345.webp
svidjeti se
Djetetu se sviđa nova igračka.
leuk vinden
Het kind vindt het nieuwe speelgoed leuk.
cms/verbs-webp/59066378.webp
obratiti pažnju na
Treba obratiti pažnju na saobraćajne znakove.
opletten
Men moet opletten voor de verkeerstekens.
cms/verbs-webp/71991676.webp
ostaviti
Slučajno su ostavili svoje dijete na stanici.
achterlaten
Ze hebben hun kind per ongeluk op het station achtergelaten.
cms/verbs-webp/83548990.webp
vratiti se
Bumerang se vratio.
terugkomen
De boemerang kwam terug.
cms/verbs-webp/87317037.webp
igrati
Dijete radije igra samostalno.
spelen
Het kind speelt liever alleen.
cms/verbs-webp/80332176.webp
podvući
On je podvukao svoju izjavu.
onderstrepen
Hij onderstreepte zijn uitspraak.
cms/verbs-webp/32796938.webp
poslati
Ona želi sada poslati pismo.
versturen
Ze wil de brief nu versturen.
cms/verbs-webp/42111567.webp
pogriješiti
Pažljivo razmislite da ne pogriješite!
een fout maken
Denk goed na zodat je geen fout maakt!