Woordenlijst

Leer werkwoorden – Tsjechisch

cms/verbs-webp/5135607.webp
vystěhovat se
Soused se vystěhuje.
verhuizen
De buurman verhuist.
cms/verbs-webp/91906251.webp
volat
Chlapec volá tak nahlas, jak může.
roepen
De jongen roept zo luid als hij kan.
cms/verbs-webp/28581084.webp
viset
Rampouchy visí ze střechy.
hangen
IJsspegels hangen van het dak.
cms/verbs-webp/89635850.webp
vytočit
Vzala telefon a vytočila číslo.
draaien
Ze pakte de telefoon en draaide het nummer.
cms/verbs-webp/10206394.webp
vydržet
Těžko vydrží tu bolest!
verdragen
Ze kan de pijn nauwelijks verdragen!
cms/verbs-webp/21689310.webp
volat
Můj učitel mě často volá.
aanspreken
Mijn leraar spreekt me vaak aan.
cms/verbs-webp/114091499.webp
cvičit
Pes je cvičen jí.
trainen
De hond wordt door haar getraind.
cms/verbs-webp/68779174.webp
zastupovat
Advokáti zastupují své klienty u soudu.
vertegenwoordigen
Advocaten vertegenwoordigen hun cliënten in de rechtbank.
cms/verbs-webp/124525016.webp
ležet za
Doba jejího mládí leží daleko za ní.
achterliggen
De tijd van haar jeugd ligt ver achter haar.
cms/verbs-webp/115373990.webp
objevit
Vodě se náhle objevila obrovská ryba.
verschijnen
Er verscheen plotseling een grote vis in het water.
cms/verbs-webp/97188237.webp
tancovat
Tancují tango plné lásky.
dansen
Ze dansen verliefd een tango.
cms/verbs-webp/120086715.webp
dokončit
Můžeš dokončit ten puzzle?
voltooien
Kun je de puzzel voltooien?