Woordenlijst

Leer werkwoorden – Esperanto

cms/verbs-webp/21689310.webp
demandi
Mia instruisto ofte demandas min.
aanspreken
Mijn leraar spreekt me vaak aan.
cms/verbs-webp/84314162.webp
etendi
Li etendas siajn brakojn larĝe.
uitspreiden
Hij spreidt zijn armen wijd uit.
cms/verbs-webp/131098316.webp
edziniĝi
Malplenaĝuloj ne rajtas edziniĝi.
trouwen
Minderjarigen mogen niet trouwen.
cms/verbs-webp/1502512.webp
legi
Mi ne povas legi sen okulvitroj.
lezen
Ik kan niet zonder bril lezen.
cms/verbs-webp/128782889.webp
miri
Ŝi miris kiam ŝi ricevis la novaĵon.
verbazen
Ze was verbaasd toen ze het nieuws ontving.
cms/verbs-webp/94796902.webp
retrovi sian vojon
Mi ne povas retrovi mian vojon reen.
de weg terugvinden
Ik kan de weg terug niet vinden.
cms/verbs-webp/125402133.webp
tuŝi
Li tuŝis ŝin delikate.
aanraken
Hij raakte haar teder aan.
cms/verbs-webp/110775013.webp
noti
Ŝi volas noti sian komercajn ideojn.
opschrijven
Ze wil haar zakelijk idee opschrijven.
cms/verbs-webp/41935716.webp
perdi sin
Estas facile perdi sin en la arbaro.
verdwalen
Het is gemakkelijk om in het bos te verdwalen.
cms/verbs-webp/61389443.webp
kuŝi
La infanoj kuŝas kune en la herbo.
liggen
De kinderen liggen samen in het gras.
cms/verbs-webp/110667777.webp
respondeci
La kuracisto respondecas pri la terapio.
verantwoordelijk zijn voor
De arts is verantwoordelijk voor de therapie.
cms/verbs-webp/99455547.webp
akcepti
Iuj homoj ne volas akcepti la veron.
accepteren
Sommige mensen willen de waarheid niet accepteren.