Woordenlijst

Leer werkwoorden – Esperanto

cms/verbs-webp/100565199.webp
matenmanĝi
Ni preferas matenmanĝi en lito.
ontbijten
We ontbijten het liefst op bed.
cms/verbs-webp/75423712.webp
ŝanĝi
La lumo ŝanĝiĝis al verda.
veranderen
Het licht veranderde in groen.
cms/verbs-webp/116932657.webp
ricevi
Li ricevas bonan pension en sia maljunaĝo.
ontvangen
Hij ontvangt een goed pensioen op oudere leeftijd.
cms/verbs-webp/117421852.webp
amikiĝi
La du amikiĝis.
vrienden worden
De twee zijn vrienden geworden.
cms/verbs-webp/106787202.webp
reveni
Patro finfine revenis hejmen!
thuiskomen
Papa is eindelijk thuisgekomen!
cms/verbs-webp/118343897.webp
kunlabori
Ni kunlaboras kiel teamo.
samenwerken
We werken samen als een team.
cms/verbs-webp/97119641.webp
pentri
La aŭto estas pentrita blua.
schilderen
De auto wordt blauw geschilderd.
cms/verbs-webp/109157162.webp
fariĝi facila
Surfado fariĝas facila por li.
gemakkelijk gaan
Surfen gaat hem gemakkelijk af.
cms/verbs-webp/110056418.webp
paroli
La politikisto parolas antaŭ multaj studentoj.
een toespraak houden
De politicus houdt een toespraak voor veel studenten.
cms/verbs-webp/46998479.webp
diskuti
Ili diskutas siajn planojn.
bespreken
Ze bespreken hun plannen.
cms/verbs-webp/33688289.webp
enlasi
Oni neniam devus enlasi fremdulojn.
binnenlaten
Men moet nooit vreemden binnenlaten.
cms/verbs-webp/71991676.webp
forlasi
Ili akcidente forlasis sian infanon ĉe la stacidomo.
achterlaten
Ze hebben hun kind per ongeluk op het station achtergelaten.